In een van de besprekingen kwam het niet naleven van de kerkorde op het punt van het zingen in de eredienst aan de orde. Ds. D. van Roekel noemde het getuigen van armoede als de kerkorde niet wordt nageleefd en er geen andere middelen zijn om tot naleving te komen dan te verwijzen naar liefde en trouw.

De synode van 1998 gaf als opdracht mee onderzoek te doen naar de wijze waarop stipte naleving van de artikelen en bepalingen van de kerkorde bevorderd kan worden.

In het verleden stond er een opdracht vermeld aan deputaten om na te gaan hoe gehandeld moet worden als de kerkorde niet wordt nageleefd. Maar die passage is volgens de commissie om onverklaarbare redenen verdwenen. „Wellicht speelde de vrees dat de kerkorde zou gaan functioneren als wetboek van strafrecht, met sancties”, aldus deputaten. Er is toen alleen nagedacht over het bevorderen van stipte naleving.

Toerusting
Het nieuwe deputaatschap moet verder de uitgave van de kerkorde gaan verzorgen, toerustingsmateriaal leveren en kerkrechtelijk advies geven. Tot de eerste taakstelling wordt gerekend dat deputaten „met het oog op de bevordering van de naleving, zowel een sturende als een coördinerende functie zouden kunnen vervullen in de toerusting van ambtsdragers en gemeenteleden.”

Verder moet het nieuwe deputaatschap een overzicht maken van alle synodale besluiten vanaf 1947 en aanbevelingen doen over de bepalingen die eventueel revisie behoeven.

Als advies ter overweging krijgt het deputaatschap mee twee edities van de kerkorde uit te brengen. Het gaat dan om een editie ten dienste van de kerkenraden, met instructies en modellen. De andere editie moet een eenvoudiger exemplaar voor gemeenteleden worden, zonder die instructies en modellen.