Kerk & religie

Unieke collectie psalmboekjes voor VU

De VU in Amsterdam is een bijzondere collectie psalmboeken rijker. Een kleine tentoonstelling met hoogtepunten uit de verzameling is dinsdag officieel geopend.

20 May 2009 09:07Gewijzigd op 14 November 2020 07:57
AMSTERDAM – De VU in Amsterdam is een bijzondere collectie psalmboeken rijker. Een kleine tentoonstelling met hoogtepunten uit de verzameling is dinsdag officieel geopend. Foto ANP
AMSTERDAM – De VU in Amsterdam is een bijzondere collectie psalmboeken rijker. Een kleine tentoonstelling met hoogtepunten uit de verzameling is dinsdag officieel geopend. Foto ANP

Duizenden boeken had Gert-Jan Buitink uit het Belgische Brasschaat. De projectontwikkelaar, die vorig jaar op 65-jarige leeftijd plotseling overleed, had er zo veel, dat zijn weduwe, Girty Buitink-Smits, er geen wijs uit wist.De predikanten Sipke van der Land en Dick Wursten zagen echter kans uit de boekenbrij 400 gedrukte werken te selecteren die samen een unieke collectie vormen. Een verzameling die laat zien hoe het 16e-eeuwse Psalter van Genève zich ontwikkelde en zich over Europa verspreidde.

Al bij zijn leven had Buitink aangegeven dat zijn boekenbezit ondergebracht zou moeten worden aan de VU. De promotie dinsdag van Dick Wursten aan de Amsterdamse universiteit op een dissertatie over de psalmen van Clément Marot vormde de aanleiding voor een symposium en de officiële overdracht van de collectie door de familie aan de VU.

Bibliofiel

Dr. W. Heijting, voormalig hoofdconservator van de afdeling Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van de VU, schetste Gert-Jan Buitink als een echte bibliofiel. Hij zette hem af tegen drie „illustere voorgangers”: de 18e-eeuwse Isaac Le Long, de 19e-eeuwse dr. J. E. Doedes en de 20e-eeuwse Hendrikus Bos. Allen verwoede verzamelaars.

De eerste twee brachten netjes in kaart wat ze hadden, maar hun collectie werd na hun dood via veilingen weer helmaal verstrooid. Hendrikus Bos was anders. Hij bracht niets in kaart maar legateerde wel alles aan de VU. „Het voordeel is dat zijn enorme verzameling behouden is gebleven, in tegenstelling tot die van de andere twee. Het nadeel is dat er bij zijn dood niet veel meer dan 2 km boeken de VU werd binnengesjouwd, waarvoor de kruiers veertien dagen nodig hadden. Grote delen van de Boscollectie zijn nog steeds niet ontsloten”, aldus dr. Heijting.

Met de collectie-Buitink is het anders. „Hij had het jachtinstinct en de vasthoudendheid van een bibliofiel. Maar in tegenstelling tot de meeste soortgenoten was hij extravert in plaats van introvert”, aldus dr. Heijting. „En dat is uniek.”

Voor Buitink was zijn verzameling geen dood materiaal. Zo had hij tijdens zijn leven een reizende tentoonstelling ”Het verhaal van de Psalmen”, waarmee hij overal heen ging. „En dan beschadigde er wel eens wat. Maar daar had hij vrede mee.”

Bij deze collectie is positief dat de startpositie goed is, zei dr. Heijting. „Er is een heel netwerk aan mensen die al vertrouwd zijn met dit materiaal. Er wordt zelfs vandaag een proefschrift verdedigd dat deels gebaseerd is op onderzoek van het materiaal uit deze collectie. Zo wordt de VU een knooppunt waar mensen bij elkaar komen en waar collecties levend gehouden worden omdat ermee gewerkt wordt.”

„En dat is precies wat Gert-Jan wilde”, zei zijn weduwe. „Het is altijd zijn wens geweest dat zijn collectie zou worden samengevoegd met de VU-verzameling. Hij wilde dat het verhaal van de psalmen door zou gaan. En dat gebeurt op deze manier.”

Souterliedekens

Een selectie uit de 400 verworven psalmboeken is sinds gisteren te zien in een tentoonstelling (een kleine tachtig stukken) in de studiezaal van de VU-afdeling Bijzondere Collecties: ”De Psalmen Davids. Hoogtepunten uit de geschiedenis van het Geneefse Psalter”. Als documentaire expositie is de tentoonstelling tevens te zien in de Amsterdamse Waalse Kerk.

In negen stappen laat de expositie aan de hand van liedboekjes zien hoe het psalmzingen in de periode van vóór de Reformatie tot heden zich ontwikkeld heeft.

Uit de Buitinkcollectie zijn bijvoorbeeld twee originelen te zien van de bundel ”Souterliedekens” uit 1540. Of verschillende uitgaven, vanaf 1546, van de psalmen van Clément Marot in het Frans. Ook bezat Buitink het commentaar van Calvijn op de Psalmen dat in 1564 in Genève in het Latijn werd uitgegeven. Bijzonder is een exemplaar van Revius’ ”Over-Ysselsche sangen en dichten” met een handgeschreven opdracht van de schrijver aan ds. Johannes Bogerman.

Een Italiaans psalmboekje uit 1621, een Duits boekje uit 1661 en een Deense bundel uit 1741 laten zien hoe de psalmen van Genève overal in Europa verspreid werden.

„Buitinks verzameling heeft veel nieuws toegevoegd aan de toch al gespecialiseerde collectie van de VU”, aldus conservator drs. J. van Heel. „En dat schept verwachtingen en betekent een grote verantwoordelijkheid”, stelde directeur van de universiteitsbibliotheek drs. J. Frijns. „Zodat het geen gesloten, dode collectie zal zijn, maar een levende, die doorgaat.”

De tentoonstelling aan de VU is nog tot 1 september te bezichtigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer