Tijdens de eerste meters is het al raak. Overal klinken piepjes en knipperen lampen. Er blijkt ook beweging in de zijdelingse ondersteuning van de stoelen te zitten. Wat blijft er nog voor de bestuurder over?Dergelijke voorzieningen zijn natuurlijk wel uit te zetten, maar daarvoor worden deze doorgaans peperdure opties niet gekozen. Eén nieuw element in de Mercedes E-klasse is standaard, het Attention Assist. Dit houdt de stuurbewegingen van de berijder in de gaten. Worden deze abrupter na verloop van tijd, dan kan de auto een waarschuwing geven dat het wellicht verstandig is pauze te nemen om een kopje koffie te gaan drinken.

De ‘nieuwe’ vormgeving is deels vertrouwd en voorspelbaar, maar met name bij het design van de koplampen etaleert Mercedes volop fantasie. De units zijn optisch gescheiden en de afzonderlijke delen zijn hoekig van vorm. Het ingetogen karakter toont zich vooral aan de achterzijde, met grote lichtunits en een beschaafd knikje in het midden van het kofferdeksel.

De leddagrijverlichting van de E-klasse bestaat uit een soort van kleine hockeystick onder in de bumper. Die is standaard vanaf de Avantgarde-uitvoering, een versie die ook beschikt over het Intelligent Light System dat de lichtbundel volledig automatisch afstemt op de snelheid en het omgevingslicht. Zelfs het grootlicht schakelt vanzelf in en uit.

Een motorkap die bij een aanrijding automatisch enkele centimeters omhoogkomt, breidt de reeks veiligheidsvoorzieningen uit. Dit voorkomt vooral dat voetgangers of fietsers bij een aanrijding onbedoeld in aanraking komen met elementen die onder de kap zitten.

Het onderstel van de E-klasse en de afstemming daarvan verdienen een groot compliment. De schokdempers passen zich automatisch aan de omstandigheden aan zonder tussenkomst van elektronica. Dat kan gelukkig ook nog.

Daarmee wordt het bekende comfort van de E-klasse behouden, maar groeit de auto in rijdynamiek. Het resultaat: de bestuurder krijgt nauwelijks meer een snelheidsgevoel, mede ook dankzij de uitstekende geluidsisolatie.

Alhoewel de start van de ontwikkeling van de E-klasse onder andere economische omstandigheden en ook een ander ‘milieudenken’ plaatsvond, heeft de ontwikkelingsafdeling van Mercedes uiteindelijk de nadruk gelegd op efficiënte viercilinder benzine- en dieselmotoren. Op één uitzondering na krijgen die in Nederland allemaal een A-label. De 204 pk sterke CDI-motor in de E 250 CDI is identiek aan die in de C-klasse, maar kan voortaan ook aan een automaat worden gekoppeld. En dan wordt de combinatie ijzersterk. De enorme souplesse van de motor maakt een zescilinder overbodig.

Datzelfde geldt voor de 1,8 liter turbo benzinemotor die volledig nieuw is en met 184 en 204 pk wordt geleverd in de E 200 CGI en E 250 CGI. De laatste laat met een top van 241 km/u en acceleratie naar 100 in 7,7 seconden weinig te wensen over.

Normaal gesproken is een nieuwe Mercedes duurder dan het uitlopende model. Dat is bij deze E-klasse niet het geval. De reeks start met de E 220 CDI voor 49.900 euro en daar komt later nog de E 200 CDI onder.

Op het benzinefront begint Mercedes met de E 250 CGI voor 54.504 euro, maar de E 200 CGI wordt prijstechnisch interessanter. En voor mensen die een viercilinder maar minderwaardig vinden, zijn er nog zescilinders en een beul van een V8.