Economie

„Werk vinden is een fulltimebaan”

In drie maanden tijd verrezen er 33 mobiliteitscentra in Nederland. In de centra werken bedrijven en overheid samen om zo veel mogelijk mensen aan het werk te kunnen houden en zonodig naar een andere baan te begeleiden. Een vroege kandidaat was chipfabrikant NXP, die vorig jaar aankondigde 1300 banen in Nederland te moeten schrappen. Drie portretten uit de praktijk.

Hester Bos
10 April 2009 23:26Gewijzigd op 14 November 2020 07:42Leestijd 10 minuten
NIJMEGEN – Ellen van Bommel van het mobiliteitscentrum van NXP: „Jobclubs stimuleren werkzoekenden. Ze oefenen bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken door middel van rollenspellen.” Foto RD, Henk Visscher
NIJMEGEN – Ellen van Bommel van het mobiliteitscentrum van NXP: „Jobclubs stimuleren werkzoekenden. Ze oefenen bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken door middel van rollenspellen.” Foto RD, Henk Visscher

NIJMEGEN – Het werk is schoon, het betaalt goed en ze zijn al jaren in dienst. Werknemers in de fabriek van chipfabrikant NXP in Nijmegen willen nog lang niet weg bij hun baas. Maar 700 van hen moeten wel: in 2010 sluit het bedrijf een van de fabrieken. Ellen van Bommel van NXP: „Mensen werken hier in een omgeving die nog schoner is dan een operatiekamer. Buiten is de grote boze wereld.”

NXP, voormalig onderdeel van Philips, kondigde de reorganisatie vorig jaar september aan. Er moesten 1300 banen verdwijnen. Duizend in Nijmegen en 300 in Eindhoven, waar het hoofdkantoor is gevestigd. De naderende recessie, de lage koers van de dollar en het onderbrengen van een kwart van het bedrijf in een joint venture met de concurrerende chip­maker ST noodzaakten de fabrikant deze stap te zetten.

De eerste 270 ontslagen vielen in november 2008. De opzet van een mobiliteitscentrum bij beide vestigingen was voor NXP een vanzelfsprekende stap. Projectmanager employability en mobiliteit Ellen van Bommel: „We hebben meerdere reorganisaties doorgemaakt en toen ook al gewerkt met een dat concept, zij het op kleinere schaal. Mobiliteitscentra zijn voor ons geen nieuw verschijnsel.”

NEXT JOB, het mobiliteitscentrum van NXP, werkt iets anders dan de publieke centra van minister Donner. Bij NEXT JOB worden mensen eerst drie maanden boventallig en zijn ze vrijgesteld van werk. Pas daarna worden ze ontslagen. In deze periode kunnen mensen zich volledig richten op het vinden van werk. „Werk vinden is een fulltimebaan”, vindt Van Bommel. „Als mensen gebruik willen maken van NEXT JOB moeten ze er minimaal drie dagen per week aan besteden.”

Het mobiliteitscentrum helpt de ontslag aangezegde werknemer zes maanden lang door diverse begeleidingsactiviteiten aan te bieden. Van Bommel: „We organiseren diverse workshops en daarnaast gaan we op zoek naar passende vacatures. Ook organiseren we Meets & Greets met bedrijven die personeel nodig hebben. Veel jobsearch doen we in samenwerking met publieke en private partijen. Zowel de Randstadholding als het UWV doet er aan mee.”

Ook jobclubs vormen een service van het mobiliteits­centrum. „Onder begeleiding van een adviseur komen groepjes werkzoekenden bijeen om elkaar te steunen in het zoeken naar werk. Zo oefenen ze bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken door middel van rollenspellen. Dat werkt goed. Een coach kan een deelnemer adviseren om een stropdas te dragen tijdens een sollicitatiegesprek. Het komt echter veel duidelijker over wanneer een collega die zelf nooit een stropdas draagt hetzelfde zegt.”

Na een intakegesprek krijgen alle deelnemers aan NEXT JOB een persoonlijk adviseur toegewezen, die hen begeleidt tijdens het verdere traject. De adviseur vormt een stok achter de deur en bewaakt het proces.

De aanpak werpt zijn vruchten af. Na drie maanden heeft 23 procent van de deelnemers dankzij NEXT JOB inmiddels een andere baan gevonden.

Het mobiliteitscentrum richt zich niet alleen op mensen die hun ontslag al aangezegd hebben gekregen, maar ook op de 700 mensen die in de toekomst nog ontslagen worden. Wie dat zijn, is nog onbekend. Op het door NEXT JOB ingerichte Werkplein kunnen werknemers zich echter alvast oriënteren op de arbeidsmarkt. Er worden workshops gehouden, maar ook wordt de werknemer individueel geadviseerd over zijn mogelijkheden, bijvoorbeeld met betrekking tot het omzetten van opgebouwde ervaring in diploma’s of omscholing.

Het kost nogal wat inspanning om de mensen daadwerkelijk naar het Werkplein te krijgen, ervaart Van Bommel. „In tegenstelling tot Eindhoven, waar meer hoogopgeleiden werken, voelen mensen hier een grote sociale gebondenheid. Veel mensen werken hier al twintig jaar. Hun leven speelt zich af in en rond Nijmegen. Voor hen is hier blijven plan A. Ze willen pas in actie komen als ze zeker weten dan hun functie vervalt. In Nijmegen zijn ze geworteld en daarbuiten is de grote boze buitenwereld.”


„Bij ontslag wilde ik een vliegende start”

UTRECHT – Vijfentwintig jaar bij hetzelfde bedrijf, normaal gesproken reden voor een feestje. Marcel Sevat (52) had echter weinig reden om zijn jubileum te vieren. Hij wist dat een 26e jaar er voor hem niet inzat.

Sevat werkte bij chipfabrikant NXP, tot twee jaar terug nog Philips, als onderzoeker. Daar ontwikkelde hij programma’s die het gedrag van een chip al voor fabricage kunnen doorrekenen.

Net na de zomervakantie vorig jaar kondigde het management van NXP een reorganisatie aan. Sevat: „Wat dat concreet voor onze afdeling ging betekenen, wisten we nog niet. Maar dat er ontslagen zouden vallen, stond wel vast. Later werd bekend dat er van onze afdeling van 37 man 7 mensen moesten vertrekken. Omdat ik geen functie had die tot de kernactiviteiten van NXP behoorde, zag ik de bui al hangen.”

Bij de reorganisatie hanteerde NXP het afspiegelingsbeginsel. Per leeftijdscategorie werd het principe ”last in first out” toegepast.
Sevat: „Als je collega’s al 26 en 28 jaar bij het bedrijf werken, maken 25 dienstjaren niet zo veel uit.”

De kans dat de reorganisatie Sevat zou raken, was betrekkelijk groot. „Ik besloot niet af te wachten, maar al wat om me heen te gaan kijken, zodat ik een vliegende start kon maken als me ontslag werd aangezegd.”

De dreigende reorganisatie was funest voor de sfeer binnen het bedrijf. „Niemand wist of hij of zij moest vertrekken. De motivatie om hard te werken werd minder, want als je de kans loopt dat het twee maanden later afgelopen is, waar doe je dan de moeite voor? Jezelf nog bewijzen had geen zin, de beslissing was feitelijk al genomen. Je stond wel of niet op de lijst, daar deed hard werken niets aan af.”

Op 27 november kreeg Sevat de mededeling dat hij vanaf 15 december boventallig zou zijn. Begin december ging het mobiliteitscentrum van start, maar Sevat besloot zelf ook alvast wat ijzers in het vuur te gooien. „Als ik eerst het hele traject van het mobiliteits­centrum door zou lopen, kon ik pas begin februari beginnen te solliciteren. Met de kredietcrisis leek het me niet verstandig zo lang te wachten. Ik dacht: liever wat eerder en wat minder goed, dan te laat en perfect.”

Zijn keus pakte goed uit. Van de zes sollicitatiebrieven die hij stuurde, was de eerste gelijk raak. „Sinds 1 maart ben ik werkzaam bij STW, het bedrijf waar ik het eerst solliciteerde. STW is een bedrijf dat technisch-wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten subsidieert. Dat werk sluit goed aan bij wat ik voorheen bij Philips Research deed.

Ook maakte ik gebruik van de diensten van NEXT JOB. In december had ik een intakegesprek. Op basis van dat gesprek kon de adviseur een duidelijk beeld van mij vormen en daarmee op zoek gaan naar vacatures die bij dat profiel pasten. Natuurlijk kun je zelf ook vacatures zoeken, maar dat is een redelijk intensief proces. De partijen die bij het mobiliteitscentrum betrokken waren, zijn daar met speciale zoekmachines meer bedreven in.”

De trainingen die NEXT JOB aanbood, kwamen Sevat goed van pas. „Ik ben door Philips destijds praktisch vanaf de universiteit geworven. Zodoende heb ik nooit hoeven solliciteren. Bij de cursussen werd bijvoorbeeld geleerd hoe je een cv in elkaar zet, maar ook hoe je jezelf in een sollicitatiegesprek presenteert. Dat deden we via rollenspellen. Door ook eens de rol van vragensteller aan te nemen, begreep ik als sollicitant beter wat de andere partij bij een sollicitatiegesprek aan het doen was.”

Over zijn vertrek na 25 jaar dienst is de onderzoeker vrij nuchter. „Bij Philips werd ik geacht redelijk internationaal mee te draaien. Ik ben zelfs een jaar in Japan geweest. Dan leer je je eigen werkplek wel relativeren.”

Boos is hij niet. „In mijn ogen heeft NXP het netjes gedaan. Ze hebben vroeg aangekondigd dat er gereorganiseerd zou gaan worden. En een bedrijf is er zelf ook nooit blij mee als het vaste krachten moet ontslaan. Die hebben ze juist weer nodig als de markt aantrekt.”


„Mensen waarderen vraagbaak”

NIJMEGEN – Matchen: werkgevers die met een overschot aan personeel zitten in contact brengen met werkgevers die juist mensen nodig hebben. Dat is wat Mariska de Wit als werkcoach bij UWV Nijmegen dagelijks doet.

De Wit is, namens het UWV WERKbedrijf –overheids­instantie voor arbeidsbemiddeling– betrokken bij NEXT JOB, het mobiliteitscentrum van NXP in Nijmegen. „Ik sla bruggen tussen de mensen van NXP en die van het UWV. Binnen ons netwerk zoek ik naar passende vacatures voor de mensen die de chipfabriek moeten verlaten. Daarnaast verzorgt het UWV voorlichting en workshops voor NEXT JOB. Bijvoorbeeld over hoe je zelf een onderneming kunt starten. Bij het zoeken van vacatures werken we intensief samen met het bedrijf, maar ook met private partijen als de Randstad Holding, die bij NEXT JOB betrokken is. We verknopen onze netwerken. Deze samenwerking tussen privaat en publiek is een mooi middel om ons doel te bereiken.”
De werknemers van de Nijmeegse chipfabrikant zijn positief over NEXT JOB, merkt De Wit. „Voor hen is het fijn om een vaste vraagbaak te hebben, een centraal punt waar ze met hun vragen terechtkunnen.”

Hoewel NEXT JOB een voorloper lijkt van Donners huidige mobiliteitscentra, is dat het niet. „Vooral grotere bedrijven maakten al gebruik van het concept. Werkgevers voelen zich over het algemeen verantwoordelijk voor hun personeel en laat het graag op een prettige manier vertrekken.”

Naast het mobiliteitscentrum van NXP bevindt zich sinds februari ook een van Donners reguliere centra in Nijmegen. Het principe is daar hetzelfde als dat van NEXT JOB: mensen begeleiden van werk naar werk. Het publieke mobiliteits­centrum van het UWV is echter breder. Zo kloppen werkgevers die willen ‘afslanken’ bij het UWV-mobiliteitscentrum vaak al in een eerder stadium aan. „Zij vragen ons advies over welke maatregelen ze kunnen nemen om ontslagen te voorkomen. Wij vertellen hun dan over de mogelijkheden.”

Het probleem van boventallig personeel kan bijvoorbeeld door deeltijd-WW worden opgelost. „Ook geven we de werkgever
advies over detachering en hoe hij dat juridisch moet vormgeven. Wij kunnen ook bemiddelen bij die detachering. En we geven voorlichting over de mogelijkheid van scholing. Detacheren is in in deze tijd niet altijd gemakkelijk. Scholing vormt dan een goed alternatief. Laatst sprak ik een werkgever die zei: „Nu het economisch wat minder gaat, kunnen we onze scholingwens eindelijk eens handen en voeten geven.”

Het soort opleiding dat gevolgd wordt, is volgens De Wit heel divers. „Sommigen spijkeren hun computerkennis bij en leren nieuwe programma’s kennen. Wat je ook veel ziet, is dat mensen binnen het bedrijf op een andere afdeling gaan meedraaien. Hierdoor wordt de werknemer breder inzetbaar.”

Werkgevers en werknemers kunnen beiden bij het mobiliteitscentrum terecht. „Vanaf vier maanden voor hun ontslagdatum kunnen werknemers zich bij ons inschrijven en zo alvast hun kansen verkennen op de arbeidsmarkt. Het is handig om dat in een vroeg stadium te doen. We kunnen dan op tijd ingrijpen bij hiaten. Zo was er bij NXP iemand met een aangepaste werkplek die na zijn ontslag het beste zou passen bij een sociale werkvoorziening. Zo’n aanvraag moet je tijdig inzetten.”

„Bij het intakegesprek adviseren wij over de cv, over mogelijke omscholingstrajecten en over de mogelijkheid van EVC, wat staat voor erkenning verworven competenties. Het kan zijn dat iemand die in de steigerbouw werkt geen veiligheidscertificaat bezit. Bij een volgende baan kan zo’n certificaat echter wel vereiste zijn. Het is daarom verstandig daar al in een vroeg stadium iets aan te doen.”
Over het functioneren van het mobiliteitscentrum is de werkcoach tevreden. „Het verknopen van netwerken blijkt succesvol. Maar meer dan een tijdelijke oplossing voor de crisis is het niet. Of zoals een UWV-vestigings­manager het zei: „We drinken pas een borrel als de mobiliteitscentra gesloten worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer