Verstelwerk begint met respect voor draadjes
Op tafel ligt een hoopje bleekblauwe draadjes. Desirée uit Winschoten verwijdert ze voorzichtig uit de zomen van de spijkerbroek van haar dochter. Straks naait ze ze vast op dezelfde broek, maar dan om een gat te stoppen. In het atelier van re-integratiebureau NettoJob volgt ze een opleiding tot coupeuse.
Desirée (44) is een van de acht mensen met een bijstandsuitkering die de cursus Verstel Goed volgen in Hoogezand. Haar dochter zit op school – net als de kinderen van de andere moeders. De cursustijden zijn aangepast aan schooltijden; trainer Anja Kranenborg (48) geeft les tussen 9.30 en 14.30 uur.„Mijn dochter vindt dit cool”, zegt Desirée, wijzend op het gat in de broek. „Heel apart trouwens dat kinderen precies vallen als ze nieuwe kleren dragen.”
Coupeuse Kranenborg komt naast haar zitten. „We bedenken een tussenvorm waar moeder en dochter blij mee zijn”, belooft ze. „De lichte en donkere draadjes die jij uit de zoom en zijnaad hebt gehaald, vormen de basis voor onzichtbaar stoppen. Maar wij maken een combinatie; het moet niet te onzichtbaar worden.”
De draadjes zijn te kort om ze vooraf in de naald te steken, dus haalt Kranenborg eerst de naald door de overgebleven stof in het gat. Daarna gaat de draad in het oog van de naald en golvend sluit het spijkerstofdraadje zich aan bij het rafelige weefsel.
Het project Verstel Goed startte afgelopen zomer bij re-integratiebureau NettoJob in Hoogezand. Eerst als pilot, in oktober officieel. Vanwege het succes ging het half maart ook in Heerenveen van start, waar zestien bijstandsmoeders en twee -vaders deelnemen. Initiatiefnemers zijn Netty Tonies (51), directeur van NettoJob, en Anja Kranenborg. Stichting Start Foundation investeert 50.000 euro in het project.
Starterspakket
De cursisten krijgen zes maanden lang, vier dagen per week, cursus. Herintredende vrouwen, langdurig werkzoekenden, ex-gedetineerden, ex-verslaafden en niet-uitkeringsgerechtigden vormen de doelgroep. Het streven is dat 45 deelnemers binnen drie jaar een baan als coupeuse hebben. Ze krijgen dan een arbeidscontract van NettoJob.
De deelnemers met diploma kunnen kiezen of ze thuis gaan werken óf in het atelier bij NettoJob. De thuiswerkers krijgen een starterspakket mee – zo hoeven ze niet zelf te investeren in een naaimachine bijvoorbeeld. Maar de meesten geven tot nu toe aan dat ze graag in het atelier zouden willen blijven werken, zegt Tonies. „Het sociale aspect is heel belangrijk. Het is hier gezellig. De mensen hebben collega’s en contacten nodig. Ze wisselen informatie uit over de goedkoopste kleding en de beste aanbiedingen.”
De kleding waarmee cursisten aan de slag gaan, komt bij ouderen in verzorgingstehuizen vandaan. Tonies: „Als Anja op bezoek ging bij haar ouders in een verzorgingshuis, kwam ze met een auto vol verstelgoed terug. Zo kwamen we op het idee voor dit project.”
Is er genoeg kleding voorhanden voor alle afgestuurden, straks? Tonies is ervan overtuigd. „Gelet op de stijgende aantallen ouderen, en het feit dat kinderen vaak tweeverdieners zijn, zie ik een grote markt. Ouderen hebben vaak kwaliteitskleding. Wat ze kopen op hun 70e, kunnen ze op hun 90e nog aan. Maar ze veranderen wel van figuur. Daarom is verstelwerk nodig.”
Zigzagsteken
Verstellen is overigens een kunst. Het is moeilijker dan nieuwe kleding maken, weet Tonies: „Gewassen stof is lastiger te naaien. Als je een schoudernaad moet aanpassen, zit de mouw al in de bloes, wat bij een nieuwe niet zo is.”
Anja Kranenborg spitst haar lessen daarop toe. Twee cursisten, Jacqueline (47) en Martine (38), zijn bezig vesten te maken waarvan ze bij voorbaat weten dat die te groot zijn. Ze zitten met ritselende, gele gevaartes achter een naaimachine. Daarna gaan ze afspelden en maken ze ze op maat. De twee vrouwen zijn bezig sinds de start van de opleiding.
Anderen sloten zich later aan. De cursus kent geen vast instapmoment en er zijn ook geen toelatingseisen, behalve dat mensen in de bijstand moeten zitten en interesse moeten hebben voor naaien. Ieder krijgt individuele begeleiding en is ergens anders mee bezig.
Mirjam (39) zet een rits in een broek. Maria (32) repareert een winkelhaak in een kinderjasje; ze verstevigt haar werk met een kleurig lapje en een ronde zoom. Georgette (56) leert verschillende steken. In het werkboek staan er meer: rechte, zigzag- en flanelsteken. Te repareren jasjes moeten straks worden opgelapt met steken die zo veel mogelijk lijken op de originele.
Andere re-integratiebureaus tonen interesse in het project. Tonies staat open voor uitbreiding; tegelijk maakt kleinschaligheid een project als dit succesvol, denkt ze. Het staat of valt met een complete aanpak; het werkt niet als mensen er een onderdeel uitpikken. Daarom blijft zij vanuit Hoogezand nauw betrokken bij Verstel Goed, naar welke provincie het zich ook zal uitbreiden. „In jouw hoofd heeft zo’n idee op den duur handen en voeten. Een ander kan het willen aankleden, maar weet niet welke kleertjes het aan moet en hoe het moet lopen. Ik moet er zeker van zijn dat het kan lopen, en dat het kan opstaan als het valt, voordat ik het loslaat.”