Cultuur niet negeren, maar kerstenen
Inheemse religieuze gebruiken in Afrika moet je niet negeren of veroordelen, maar invullen met het Evangelie. Dialoog en onderwijs zijn daarbij de beste methode, vindt de Ghanees dr. Emmanuel Addo. Hij is deze week in Utrecht gepromoveerd op de relatie tussen Evangelie en cultuur bij de Ghanese Gabevolking.
Addo, anglicaans voorganger in de Ghanese hoofdstad Accra, analyseerde de vervlechting van het christendom met de religie en cultuur van de Ga, een volk dat in en rond Accra woont en leeft. In zijn proefschrift beschrijft hij het wereldbeeld en de levenswijze van de traditionele Ga, en tevens de geschiedenis en praktijken van christen-Ga.De ontmoeting tussen het christelijk geloof en de Gareligie en -cultuur is een voortdurend conflict tussen de waarden van de twee geloofssystemen, aldus Addo. „Het Gasprekende volk gelooft in een opperwezen dat alles geschapen heeft. Daarnaast zijn er andere onsterfelijke geesten, zoals goden en voorouders, die boodschappers zijn van het opperwezen. Deze onsterfelijken bemiddelen tussen hen en de mensen. De traditionele Ga verrichten rituelen om de harmonie in de schepping in stand te houden. Deze rituelen zijn een uiting van hun afhankelijkheid van de goden. Daarom roepen zij het opperwezen, de goden en de voorouders aan om zegeningen, bescherming en leiding.”
Het is hun overtuiging dat door het verrichten van deze rituelen fundamentele vragen over de mens en zijn omgeving worden beantwoord en aan de basisbehoeften wordt voldaan. „Dit wordt bereikt wanneer mensen in contact komen met de machten of krachten die in staat zijn hun diepste noden te vervullen – overvloedig leven, bescherming en voorspoed.”
Ghana is inmiddels een multi-etnisch land met een religieus-plurale samenleving. Pas de derde poging om het christendom er te stichten, vanaf 1828, slaagde. De Bijbel, liederen en catechismussen werden vertaald in de talen van de bevolking. In het jaar 1843 kreeg het christendom te midden van het Gavolk voet aan de grond. In 1866 was de Gabijbel compleet: de eerste complete Bijbelvertaling in een Ghanese taal.
Ontwestersing
Addo bepleit een „ontwestersing” van het christendom en een inculturatie van Ghanese culturen binnen het christelijk geloof. „Het probleem is dat westerse zendelingen met een piëtistische achtergrond hier kwamen. Ze brachten het Evangelie alsof mensen niet al in een god geloofden. De Europese wijze van denken was voor hen de christelijke wijze. Het gevolg was dat het Evangelie geen ingang vond in de bestaande cultuur, ja daarvan zelfs werd gescheiden.”
Het komt er voor Addo op aan de bestaande culturele gewoonten te transformeren en als het ware om te dopen in iets dat bij het christelijk geloof past. Voor een christen is de erkenning dat „Jezus Heer” is, een belangrijk criterium. „Ware bekering raakt het hart van elke culturele erfenis en daagt het wereldbeeld van de bekeerling uit. We kunnen de geloofsovertuigingen niet direct als afgoderij verwerpen, maar we moeten die kritisch toetsen.” Zo is het Ghanese ritueel rond naamgeving op zich niet heidens, aldus Addo. „Wel kunnen deze rituelen door het Evangelie vervangen worden door de doop. De gebeden kunnen gemakkelijk overgenomen worden. Afhankelijk van de gelegenheid kunnen de gedeeltes van de gebeden waarin de goden en voorouders worden genoemd, vervangen worden door christelijke formuleringen als ”door Jezus Christus onze Heer”.”
Wanneer kerkleiders bestaande culturele en religieuze gewoonten verbieden, gaan Afrikanen heimelijk door met deze praktijken. „Dat belemmert de groei van de kerk. Wat de voorouders betreft, hun betekenis kun je niet negeren. Maar je moet Afrikanen wel duidelijk maken dat voorouders niet gevraagd kan worden om je te zegenen.”
Addo heeft de indruk dat kerkelijk leiders er steeds meer open voor staan dat het Evangelie niet losgemaakt kan worden van de cultuur. „Een mooi voorbeeld is de totstandkoming van een aparte classis Ga van de Presbyteriaanse Kerk in Ghana. Ik hoop dat andere kerken dit voorbeeld navolgen. Het laat zien dat je kerk bent in Afrika zonder het eigene van je cultuur op te geven.”