We hebben gesproken van de kracht van het ongeloof, dat ik niet tot God in Christus kan of wil komen. Mijne vrienden, met welk doel tekenen wij de kracht van de zonde? Alleen opdat u uw eigen onmacht om uzelf te behouden zou inzien, en op Hem zou zien bij Wie almachtige kracht is om het geloof in u te werken.O, roep daarom en pleit, opdat de rechterhand des Heeren krachtige daden mag doen om u te verlossen. Rust nooit door te zeggen: Ik kan niet komen. Want de zaak is niet: Ik kan niet. U wilt niet, u hebt geen kracht omdat u niet wilt. Indien u gewillig was, zo is de kracht immers voorhanden. De zonde heeft de kracht van een koning. Waar een wet is, daar is ook een wetgever. De zonde is beide, wet en wetgever, want zij heerst als een koning. Hierom wordt de zonde gezegd te heersen.

Paulus waarschuwt in de Romeinenbrief: „Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijke lichamen.” De zonde heeft de kracht van een overwinnaar en is een koning en een overwinnaar. Alle miljoenen gevallen engelen, die nu duivelen zijn, en alle miljoenen onbekeerde mensen, die gestorven zijn en die nog in de wereld zijn, zijn de veldtekenen van de overwinning van de satan. Hoe sterk moet het leger van de hel dan niet zijn?

Ralph Erskine, predikant te Schotland (De kracht der zonde, 1745)