Consument

„Prinsesjes zijn onze stijliconen”

In de Grote Houtstraat, hartje Haarlem, valt de etalage van Tesselschade-Arbeid Adelt (TAA) enigszins uit de toon. Tegenover de schreeuwerige gevel van BelCompany staat de tijd stil. Achter de hoge ramen bevinden zich handgemaakte knuffels, theemutsen en vestjes. „Ook vrouwen die smokjurkjes vroeger foeilelijk vonden, kopen ze nu.”

Gisette van Dalen-Heemskerk
20 February 2009 07:19Gewijzigd op 14 November 2020 07:21
De vereniging Tesselschade Arbeid Adelt bestaat uit 31 afdelingen. Tijdens verkoopdagen en in zeven winkels verkoopt de vereniging handgemaakte artikelen. Marguerite de Lange (l.) en Petra Goldberg maken deel uit van het bestuur van de Haarlemse afdeling.
De vereniging Tesselschade Arbeid Adelt bestaat uit 31 afdelingen. Tijdens verkoopdagen en in zeven winkels verkoopt de vereniging handgemaakte artikelen. Marguerite de Lange (l.) en Petra Goldberg maken deel uit van het bestuur van de Haarlemse afdeling.

In de keuken achter de winkel liggen de rollen met stof hoog opgetast onder de authentieke balken. Achter de kachel prijken antieke tegeltjes aan de wand. Het 17e-eeuwse pand heeft sfeer. Dat vinden ook Marguerite de Lange (64), voorzitter van de Haarlemse afdeling van TAA, en Petra Goldberg (53), vicevoorzitter. De Lange: „Het is een prachtig pand, dat sinds 1922 in handen van onze vereniging is.”Nederlands oudste vrouwenvereniging TAA (zie kader) bestaat uit 31 afdelingen. De Haarlemse tak telt bijna 600 leden. Jaarlijks betalen zij minimaal 10 euro contributie. Daarvoor krijgen ze onder meer een uitnodiging voor de ledenvergadering en een mailing voor verkoopdagen. Daar worden de nieuwste werkstukken gepresenteerd. In de winkel is iedereen -lid of geen lid- welkom.

Keus genoeg. Op tafels en in kasten liggen knuffels, kledingstukken en cadeauartikelen, zoals brillenhoezen en kussens, keurig uitgestald. Opvallend zijn de felgekleurde smokjurkjes. „Sinds prinses Máxima haar dochters in dat soort kleding laat rondlopen, zijn ze gewild,” zegt De Lange. „Zelfs vrouwen die het vroeger vreselijk vonden om in een smokjurkje te lopen, kopen ze. De prinsesjes zorgen wat dat betreft voor gratis reclame. Ze zijn onze stijliconen.”

Klein bedrag
In principe kan iedere vrouw -mannen zijn niet welkom- artikelen voor de verkoop inleveren. Goldberg: „Veel handwerksters die bij ons terechtkomen, hebben op een zeker moment de hele familie wel voorzien. Dan vinden ze het leuk dat wij hun werk willen verkopen. Op die manier verdienen ze er nog een klein bedrag aan. De meesten van onze handwerksters zijn lid, maar dat is geen verplichting.”

De winkel neemt niet alles aan, benadrukt De Lange. „We letten erg op kwaliteit. Verder nemen we vooraf contact op met de naaisters over wat ze voor ons kunnen gaan doen. We laten hen meestal naar de winkel komen en daar ligt dan het materiaal voor nieuwe werkstukken al klaar. Vervolgens kunnen ze thuis aan de slag. Wij sturen hen dus aan. Dat voorkomt dat we met onverkoopbaar werk blijven zitten.”

De gemiddelde leeftijd van de handwerkdames ligt hoog. Het merendeel is ouder dan 70 jaar, schat De Lange. „Een van onze breisters is zelfs begin 80. Alleen de vrouw die porselein beschildert, is 45 jaar.”

Jongeren weten volgens Goldberg nauwelijks hoe ze moeten handwerken. „Dat is best een zorg voor onze vereniging. De jongere generatie kan niet meer smokken, haken of borduren. De TAA heeft daarom drie dvd’s gemaakt met daarop alle handwerktechnieken, zodat ze bewaard blijven.”

Doopjurken
Bepaalde artikelen zoals slaaphazen en andere knuffeltjes verkoopt elke TAA-afdeling. Goldberg. „Dat zijn echte hardlopers die al meer dan dertig jaar in het assortiment zitten. Verder heeft elke afdeling zijn eigen producten. In onze winkel is bijvoorbeeld het zogenoemde Amaliajasje populair. Deze zwart-wit geblokte mantel is ontworpen door een dame die de modeacademie heeft gevolgd.”

Klanten kunnen artikelen ook bestellen. Het gebeurt volgens De Lange regelmatig dat moeders doopjurken of een merklap ter gelegenheid van een heuglijk feit laten maken. Ook krijgt de winkel verzoeken om een familiewieg opnieuw te bekleden.

De oorspronkelijke doelstelling om vrouwen zelf geld te laten verdienen, mag inmiddels grotendeels achterhaald zijn, de vereniging speelt nog steeds een belangrijke sociale rol. De Lange: „Het bezig zijn en de contacten met de vrijwilligsters in de winkel kunnen vrouwen soms door een heel verdrietige periode in hun leven heenhelpen.”

Tesselschade-Arbeid Adelt bestaat uit 31 afdelingen die elk twee verkoopdagen per jaar organiseren. Zeven afdelingen beschikken tevens over een winkel (Amsterdam, Den Haag, Dordrecht, Haarlem, Naarden, Rotterdam en Tilburg). Meer informatie en verkoopadressen: tesselschade-arbeidadelt.nl.

Niet levenslang pianospelen
Tot ver in de 19e eeuw was het gebruikelijk dat getrouwde vrouwen hun leven uitsluitend besteedden aan hun echtgenoot en het eventuele moederschap. Ongetrouwde dames moesten het doen met andere zorgtaken of levenslang verplicht pianospelen. Betsy Perk (1833-1906) vond dat vrouwen meer kansen moesten krijgen. Daarom richtte ze op 17 oktober 1871 de Algemeen Nederlandsche Vrouwenvereeniging Arbeid Adelt op. Twee maanden later hield Perk een verkooptentoonstelling van het gemaakte handwerk. Revolutionair voor die tijd was dat de naam van de maakster op het ingeleverde werk stond vermeld. De tentoonstelling werd een groot succes. De kranten stonden er bol van. Zelfs koningin Sophie was aanwezig. Zij werd beschermvrouw van de vereniging.

Al gauw ontstonden er echter problemen. Conservatievere dames wilden wel handwerk verkopen, maar niet hun naam bekendmaken. In 1872 ontstond daardoor de vereniging Tesselschade.

Beide verenigingen werden nog succesvoller toen ze subsidie gingen verlenen aan vrouwen die een opleiding wilden volgen.

Krachten bundelen
In de jaren vijftig van de vorige eeuw liep de belangstelling voor handwerken steeds verder terug. Beide verenigingen hadden daaronder te lijden en besloten daarom hun krachten te bundelen. Op 1 januari 1953 was de fusie een feit. De vereniging heette voortaan Tesselschade-Arbeid Adelt (TAA). Het doel bleef hetzelfde: vrouwen behulpzaam zijn bij het opbouwen van economische zelfstandigheid door handwerk te verkopen en door het verlenen van financiële steun.

Vandaag de dag telt de vereniging ruim 10.000 leden. Met de contributie en de inkomsten uit de verkopen helpt de vereniging nog steeds vrouwen die het financieel moeilijk hebben. De hulp van het Betsy Perkfonds varieert van het financieren van een treinabonnement tot een bijdrage in de studiekosten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer