International Church Plants opent kantoor Hardinxveld
Eind 2005 ging in Rotterdam de stichting Netwerk International Church Plants (ICP) van start. Met als „droom”: door middel van het stichten van multiculturele gemeenten de 3 miljoen allochtonen in Nederland met het Evangelie bereiken. Hoe staat het er ruim drie jaar later voor?
„Laten we een afspraak maken op ons nieuwe kantoor in Hardinxveld”, zegt ICP-voortrekker Theo Visser, net terug van een verblijf van enkele maanden in India. Nieuw kantoor?Zonder veel ruchtbaarheid eromheen blijkt ICP vorige maand een klein kantoor te hebben geopend in Hardinxveld-Giessendam. Het bevindt zich op de bovenste etage van het hoofdgebouw van Holland Shipyards, aan de Rivierdijk.
Waarom Hardinxveld en niet een van de grote steden, waar ICP zich toch vooral op richt? Visser: „We wilden graag een eigen plek, een soort zenuwcentrum van waaruit we ons werk konden doen, waar we ook gemakkelijk mensen, gemeentestichters, konden ontvangen. Via via komt zoiets dan op je weg. En Hardinxveld ligt mooi centraal. Komt bij dat nu ook duidelijker wordt dat ICP en de ICF-gemeente in Rotterdam niet hetzelfde zijn.”
Theo Visser stond in 2000 aan de wieg van de International Christian Fellowship (ICF) in Rotterdam-Charlois, een multiculturele „zendingsgemeente” die deel uitmaakt van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Op 13 juli vorig jaar droeg hij de leiding over aan een drietal anderen, onder wie N. Samson uit Ghana en H. Sunil uit Pakistan. Laatstgenoemde kreeg van de christelijke gereformeerde classis Rotterdam toestemming om een „stichtelijk woord” te spreken in de ICF-gemeente.
Hoe zou Visser, die financieel afhankelijk is van een achterban, zijn functie nu willen omschrijven? Directeur van ICP? „Tja. Ik werk met nog één assistente, Ellen Agbor Ebot. Wat ben je dan, directeur? Officieel misschien wel ja. Maar ik noem mezelf het liefst kerkplanter.”
Twee dagen per week zal hij in Hardinxveld te vinden zijn. „Ik ga liever het land in.”
De interkerkelijke stichting Netwerk ICP presenteerde zichzelf in november 2005. Wat haar voor ogen stond, was dat bestaande gemeenten, van welke denominatie dan ook, in met name de steden multiculturele „dochtergemeenten” zouden stichten, om op die manier de 3 miljoen allochtonen in Nederland „met het Evangelie te bereiken.” Via ICP zouden deze gemeenten vervolgens „overleg kunnen hebben, elkaar kunnen motiveren en gebruik kunnen maken van elkaars ervaring”, aldus het ICP-beleidsdocument.
Hoe staat het er inmiddels voor met ICP? Visser loopt naar een kaart van Nederland aan een van de wanden. Tien plekken zijn gemarkeerd. „Er zijn nu multiculturele gemeenten in Rotterdam-Charlois, -Spangen (het project Geloven in Spangen), Den Haag, Haarlem, Amsterdam (Hoop voor Noord en Hart van Osdorp), Utrecht-West, Amersfoort, Apeldoorn en Enschede. En binnen afzienbare tijd zie ik er zeker zes, acht bij komen.” De christelijke gereformeerde kerk in Rotterdam-West bijvoorbeeld, die opgeheven dreigde te worden, maar naar alle waarschijnlijkheid een „doorstart” zal maken.
Kerkplanting is echter toch niet zomaar iets, blijkt uit Vissers relaas. „Er zijn zo veel problemen waar je tegenaan kunt lopen.” Zoals? „De boze werkt altijd waar hij terrein dreigt te verliezen. Er ontstaan conflictsituaties, of mensen komen niet op de goede plek terecht. Reden waarom Redeemer Church in New York een assessment, een test voor gemeentestichters heeft ontwikkeld – die wij op maat hebben gemaakt voor de Nederlandse, multiculturele context. Wat je overigens ziet, is dat er in Nederland zo weinig echte evangelisten zijn. Maar, ook de financiën zijn nogal eens een probleem.”
„Anderzijds: Als ik ergens achter ben gekomen, tegenaan ben gelopen, is het wel dat kerkplanting niet van mensen, van Theo Visser, afhangt. Vanuit Gods perspectief bekeken, hééft Hij Zijn gemeente, vanuit alle naties, talen en tongen, al vergaderd.” Het ligt vast. In doorboorde handen.”