EU rekent bij klimaattop op Obama
De EU heeft voor de totstandkoming van een wereldwijde aanpak van de klimaatverandering de hoop gevestigd op president Obama. „Er zijn van zijn kant zeer bemoedigende signalen”, meent Europees commissaris Dimas (Milieu).
Die presenteerde gisteren voorstellen voor het te voeren overleg in dit kader. „Het jaar 2009 wordt het jaar van intensieve onderhandelingen. We zullen elke internationale vergadering aangrijpen om voortgang te boeken”, beloofde hij. Zijn ambtenaren zwermen binnenkort uit over alle continenten om met regeringen standpunten te bespreken en naar consensus te zoeken.In december vindt er afsluitend in Kopenhagen een VN-top plaats. Die conferentie moet resulteren in een, zoals hij het aanduidde, „allesomvattend en ambitieus akkoord.” Dat fungeert als het vervolg op het zogeheten Kyotoprotocol, waarvan de bepalingen in 2012 eindigen.
Doel is de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius. Om dat te bereiken wil de EU de gezamenlijke CO2-uitstoot van de industrielanden in 2020, in vergelijking tot het niveau van 1990, terugdringen met 30 procent. De ontwikkelingslanden, met uitzondering van de armste, zouden een vermindering van 15 tot 30 procent dienen te verwezenlijken. Voor 2050 heeft Brussel een mondiale reductie van 50 procent in gedachten. „Maar volgens sommige wetenschappelijke informatie is dat zelfs niet genoeg”, voegt Dimas daaraan toe.
In de achterliggende periode verliepen de contacten met de VS over klimaatmaatregelen uiterst moeizaam. Bush weigerde ‘Kyoto’ goed te keuren. Met het aantreden van Obama lijkt het tij in Washington gekeerd. De Griekse Eurocommissaris constateert dat na de wisseling van de wacht zowel in het Witte Huis als in het Congres de bereidheid aanwezig is om mee te werken aan een nieuw verdrag.
Zo heeft de huidige president een maand geleden al verklaard dat hij, anders dan zijn voorganger, streeft naar invoering in zijn land van het veilen van uitstootrechten voor broeikasgassen. De vervuiler betaalt in die opzet.
Aan deze zijde van de oceaan kennen we sinds 2005 al dat instrument: het Europese emissiehandelssysteem. Hier bestaat reeds op kleine schaal een markt voor vergunningen. Vanaf 2013 wordt die uitgebreid, al reikt het besluit dat de regeringsleiders hierover in december namen minder ver dan geopperd in de aanvankelijke plannen. Het voorziet in een vrijstelling voor diverse bedrijfssectoren.
Aan het beoogde klimaatbeleid hangt een stevig prijskaartje. Onafhankelijke schattingen wijzen op de noodzaak van wereldwijd aanvullende investeringen tot oplopend 175 miljard euro per jaar in 2020. De ontwikkelingslanden hebben straks naar verwachting 23 tot 54 miljard euro per jaar nodig om over te schakelen naar een koolstofarme productie. Een deel van de vereiste middelen kan wellicht beschikbaar komen uit de opbrengsten van de veilingen. De EU stelt daarom voor dat in 2015 alle geïndus-trialiseerde landen, verenigd in de OESO, deelnemen aan een gemeenschappelijk emissiehandelssysteem. In 2020 sluiten de voornaamste opkomende economieën daarbij aan.
De financiering speelt in de onderhandelingen een belangrijke rol. Zonder geld geen akkoord, waarschuwt Dimas. De recessie hoeft naar zijn mening geen belemmering te vormen. De klimaatplannen en de stimuleringspakketten ter bestrijding van de economische crisis gaan juist goed samen. Richt je bij de extra investeringen op innovatieve projecten in de sfeer van bijvoorbeeld besparing van energie en het ontwikkelen van duurzame bronnen, dan vang je twee vliegen in één klap, luidt de redenering. Dimas noemt die combinatie een „groene New Deal”, waarbij de laatste twee woorden verwijzen naar het programma van de Amerikaanse president Roosevelt om de depressie van de jaren dertig in de vorige eeuw te overwinnen.
Of de politici bij de uiteindelijke besluitvorming er in dezelfde zin tegenaan kijken, valt te betwijfelen. Hoe was het ook al weer toen de EU-regeringsaanvoerders op hun top in december knopen moesten doorhakken over het CO2-dossier van de Unie zelf? Mede onder invloed van de inzakkende conjunctuur bestond er bij diverse lidstaten nogal wat aarzeling ten aanzien van drastische stappen.