Vijf Pakistaanse christenen vrij
Vijf Pakistaanse christenen, die sinds april 2007 vastzaten op beschuldiging van godslastering, zijn op 19 januari vrijgelaten. Een „uitzonderlijke” gebeurtenis.
Stichting Open Doors, een organisatie zich inzet voor vervolgde christenen wereldwijd, maakte dat gisteren bekend.De Pakistaanse mensenrechtenorganisatie Sharing Life Ministries Pakistan (SLMP) is tot een schikking gekomen na overleg met plaatselijke moslimgeestelijken. De geestelijken vaardigden vervolgens een fatwa uit die de vijf christenen onschuldig verklaart. Hierop hebben de aanklagers hun beschuldiging ingetrokken en konden de vijf mannen worden vrijgelaten, aldus het Amerikaanse persbureau Compass Direct.
„Eindelijk eens goed nieuws uit Pakistan”, reageert perswoordvoerder Klaas Muurling van Open Doors. Hij noemt deze gebeurtenis „uitzonderlijk” in de geschiedenis van het land.
Het initiatief van SLMP is dan ook uniek. „Dit kan een precedent zijn voor toekomstige godslasteringszaken tegen christenen”, zei een medewerker van SLMP, Shahzad Kamran, tegen Compass Direct.
De verzoeningsgesprekken tussen de christelijke SLMP en nationale imams begonnen in november. De advocaten kozen niet voor de rechtszaal maar voor rechtstreekse onderhandeling met moslimleiders. Ze slaagden erin hen ervan te overtuigen dat de vijf mannen onschuldig zijn. Vervolgens oefenden de moslimleiders hun invloed uit op de mensen die aangifte hadden gedaan. Die trokken op 13 januari hun beschuldiging in. De vijf mannen, Salamat Masih (42), zijn zoon Rasjid (16) en hun familieleden Isjfaq, Saba en Dao Masih kwamen zes dagen later vrij.
Sticker
De betrokken advocaten lieten weten dat zij in het vervolg meer gebruik zullen maken van verzoeningsgesprekken bij godslasteringszaken. De zaak voor de rechter uitvechten, kan ervoor zorgen dat de beschuldigde vrijkomt, maar helpt niet om de gemoederen te bedaren. Door de verzoeningsgesprekken „raakte het Woord van God de harten van moslims en veranderde hun gedrag”, aldus woordvoerder Johnson.
De arrestatie in april 2007 was het gevolg van een geëscaleerde ruzie tussen twee jongens, de christelijke Daniel Masih (12) en een moslimjongen die Sunny heet. Tijdens de ruzie zou een sticker van Sunny’s shirt gevallen zijn met daarop de woorden ”Yah Rasool Allah”. Dat is een religieuze tekst die verwijst naar Mohammed als de profeet van Allah.
Iemand die de sticker opraapte, beschuldigde de christelijke kinderen van godslastering. Een grote dorpsrel was het gevolg. Zo’n 2000 moslims vielen de christelijke kolonie aan, waarbij ze de huizen met stenen bekogelden en christenen molesteerden. De rust keerde pas weer nadat de politie de vijf christenen, onder wie de vader van Daniel, had gearresteerd.
Onderduiken
Open Doors voert regelmatig actie voor christenen die vals beschuldigd zijn van godslastering. Muurling: „Artikel 295 B van het Pakistaanse Wetboek van Strafrecht eist levenslange gevangenisstraf voor bezoedeling van de Koran en artikel 295 C eist de doodstraf op belediging van de profeet Mohammed. De politie pakt iemand die van deze misdaden wordt beschuldigd, doorgaans meteen op. Het kan vele jaren duren voordat een rechtbank de arrestant veroordeelt of vrijspreekt.”
De wet is erg omstreden omdat Pakistanen die met iemand een rekening willen vereffenen, er veelvuldig misbruik van maken. „Talloze mensen zitten onschuldig in de gevangenis”, zegt Muurling. „Vanwege de rechtsongelijkheid in Pakistan zijn vooral christenen en andere minderheden hiervan de dupe. Wanneer zij na jaren toch worden vrijgesproken, moeten zij onmiddellijk onderduiken om aan de wraak van fanatieke moslims te ontkomen.”
Volgens de Pakistaanse mensenrechtenorganisatie Claas zitten alleen al in de provincie Punjab 120 christenen gevangen op valse gronden. Zij zouden de profeet Mohammed hebben beledigd, of de Koran bezoedeld.
In Pakistan en enkele andere islamitische landen is de afgelopen jaren „een ware heksenjacht” ontketend tegen bekeerde moslims, meldde Open Doors in oktober vorig jaar. De stichting voert gedurende een paar jaar een speciale campagne voor christenen in islamitische landen.