Ongeloof
„Hij heeft aldaar niet vele krachten gedaan, vanwege hun ongeloof.” Mattheüs 13:58
Lezers, u hebt Jezus onder u niet tegenwoordig. Velen denken misschien wel: Ik wilde Jezus wel zien en al Zijn wonderen. De Zoon van God Zelf te zien en te horen, mijn hart zou dan niet ongevoelig zijn.Maar mijn vrienden, het is immers nu alsof Jezus onder u verkeerde en leerde, nu de waarheid met zo veel kracht aan u wordt voorgesteld. U heeft immers die grote Leraar in Zijn Woord en in Zijn prediking. U leest het verhaal van Zijn wonderen aan geestelijke doden die levend zijn geworden, blinden die zien, doven en stommen die horen en spreken, kreupelen die wandelen. Is dat nu niet ruimschoots voldoende?
Heeft men zich echter wel bekeerd? De meesten blijven bij bedrieglijke begrippen als van Gods volk te zijn uit kracht van hun geboorte, doop en belijdenis. Indien onder de heidenen zo het Evangelie werd verkondigd en die krachten plaatsvonden, men kan zich meer vrucht voorstellen. Want gelijk de Joodse waan door uiterlijke voorrechten Gods volk te zijn, mag hier in Nederland ook wel klagend gezegd worden: Het zal Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in het oordeel dan ulieden.
Antonius Driessen,professor te Groningen
(”Oude en de nieuwe mens”, 1738)