Beroering om monument verzetsheld
Kunst roept soms onverwachte emoties wakker. Zo ook in Amsterdam-Zuidoost, waar een monument voor een Surinaamse verzetsheld tot juridische procedures leidt.
Als een zeurpiet die voor elke pietluttigheid naar de rechter stapt, wil Eduard Buitenman niet bekendstaan. „Ik procedeer alleen voor zaken die ertoe doen”, zegt hij.Met het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost is Buitenman al jarenlang in een juridische strijd verwikkeld. Inzet: de rechtmatigheid van het in 2006 in Zuidoost geplaatste standbeeld van de Surinaamse vrijheidsstrijder C. G. A. (Anton) de Kom.
De Kom, in 1933 door Nederlanders uit Suriname verbannen vanwege zijn nationalistische strijd, stierf in 1945 in concentratiekamp Neuengamme, nadat zijn verzetswerk tegen de Duitsers werd verraden. Hij verdient een standbeeld, zo vindt in 1999 een groep bewoners van Amsterdam-Zuidoost. Het Centrum Beeldende Kunst Zuidoost nodigt vier kunstenaars uit een ontwerp te maken. Januari 2005 valt de keus van de jury op een ontwerp van kunstenares Jikke van Loon.
Tot ongenoegen van een deel van de Surinaamse gemeenschap, onder wie Buitenman, kiest zij ervoor de activist naakt af te beelden. Een deel van de hand van de verzetsheld lijkt te zijn afgehakt. „Racistisch, beledigend, aanstootgevend en stigmatiserend”, vinden de bezwaarmakers. „De Kom wordt afgebeeld als een slaaf, terwijl hij dat nooit is geweest.”
Volgens Buitenman, als lid van de Bewonerscommissie Anton de Kom afgevaardigd in de jury, verliep de besluitvorming over het winnende beeld oneerlijk. „In oktober 2004 werden de vier ontwerpen voor de bewoners tentoongesteld voor een publieksstemming. Van Loon eindigde op de derde plaats. Toen de jury in januari voor het definitieve besluit bijeenkwam, bleek ze opeens winnaar te zijn van een tweede stemronde; eentje die zonder dat ik het wist via internet was gehouden. Een meerderheid in de jury besloot deze peiling zo zwaar te laten meewegen dat de opdracht uiteindelijk naar Van Loon is gegaan.”
Het achteraf door Zuidoost ingeschakelde onderzoeksbureau i-Nova oordeelt dat de keus voor Van Loon inderdaad tot stand kwam in een nogal „ondoorzichtige” procedure. Het stadsdeel trekt het boetekleed aan, maar de inmiddels met de nodige tamtam onthulde beeltenis van De Kom mag blijven staan. Voor Buitenman en de zijnen rest slechts één optie: het via een juridische procedure aanvechten van de bouwvergunning. Buitenman doet dat namens het inmiddels opgerichte comité ”Een waardig standbeeld van Anton de Kom”, waarvan hij een van de voormannen is.
Voor de rechtbank Amsterdam die de grieven op 19 februari 2008 behandelt, valt de groep bezwaarmakers in tweeën uiteen. Het gros, onder wie Buitenman, is volgens de rechters niet-belanghebbend. Zij kunnen de door Zuidoost afgegeven bouwvergunning niet aanvechten, omdat zij niet binnen een straal van 300 meter van het omstreden bouwwerk woonachtig zijn.
Slechts een van de beledigde klagers, mevrouw L. L. Esajas, voldoet aan het vereiste criterium. Zij voert aan dat Zuidoost verzuimde het monument te toetsen aan de zogeheten eisen van redelijke welstand en krijgt gelijk. Gevolg is dat het dagelijks bestuur van het stadsdeel zich met terugwerkende kracht opnieuw over de bouwvergunning moet buigen. Kort daarna geven de bestuurders opnieuw groen licht; nu nadat de welstandscommissie heeft geoordeeld dat het bouwwerk binnen de overige bebouwing past.
Buitenman –„ik vond mezelf wel belanghebbend”– gaat bij de Raad van State in hoger beroep. Ook daar hoort hij eind 2008 dat hij zich aan het reguliere zichts- en afstandscriterium van 300 meter moet onderwerpen. Zijn redenering dat er bij een educatief bouwwerk als een monument ook sprake is van een objectief belang en dat hij daarin als Surinamer, los van de 300 metergrens, is getroffen, wijst de raad van de hand.
De rechter buigt zich binnenkort weer over het protest dat Esajas opnieuw heeft aangetekend. Maar ook met Buitenman is Zuidoost nog niet klaar. „Ik ga in hoger beroep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Dit beeld moet weg.”