Een ruime Kamermeerderheid steunde tijdens het debat het kabinetsstreven om de verschillende regelingen voor zorg–, kraam– en calamiteitenverlof te vereenvoudigen en samen te voegen in een nieuwe regeling. Oppositiepartijen SP, GroenLinks en SGP benadrukten dat dit niet mag leiden tot verschraling van de verlofrechten, waarop Donner stelde dat bezuinigen ook niet de inzet is.Ook kwam het voorstel van GroenLinks ter sprake om het betaalde verlof voor vaders na de geboorte van hun kind te verlengen van twee naar vijf werkdagen. Dat zou gefinacierd moeten worden uit de werkloosheidsfondsen. De PvdA vroeg zich af of met een flexibeler ouderschapsverlof vaders straks niet beter geholpen zijn.

De PvdA staat met oppositiepartijen SP en GroenLinks sympathiek tegenover het FNV–voorstel ouders meer keuzevrijheid te geven in het ouderschapsverlof. De vakcentrale wil dat ouders bijvoorbeeld drie maanden ouderschapsverlof kunnen opnemen, waarbij de overheid 100 procent van het minimumloon als uitkering verstrekt. Nu keert de Belastingdienst maximaal over zes maanden de helft van het minimumloon als ouderschapskorting uit.

Het stapelen van nieuwe verlofrechten voor allerlei verschillende situaties lost volgens de minister niet de spanningen tussen arbeid en zorg in gezinnen op. Volgens Donner is het zaak om te komen tot een nieuw verlofstelsel, die tegemoet komt aan „de grote verscheidenheid van behoeften" bij mensen om voor elkaar te zorgen en dat te combineren met hun werk. Hij gaat daarover ook nog met collega–bewindslieden van Onderwijs, werkgevers en vakbonden praten. Daartoe wordt op 9 maart een conferentie gehouden.