Googletelefoon
De exacte lanceerdatum staat nog niet vast, maar de eerste Googletelefoon komt binnenkort naar Nederland. Donderdag presenteerde telecombedrijf T-Mobile de ”T-Mobile G1” aan de Nederlandse pers. Het toestel maakt gebruik van Android, het besturingssysteem van Google.
De G1 heeft een aantal overeenkomsten met de populaire iPhone, de smartphone van Apple, maar er zijn ook duidelijke verschillen. Beide apparaten hebben een aanraakscherm, maar de G1 heeft daarnaast ook een toetsenbord, zoals de Blackberry van Research in Motion ook heeft. Een veelgehoorde klacht over de G1 is de korte batterijduur. Bovendien is de iPhone 3G van Apple wat slanker en ziet er wat gelikter uit.Voordeel van de G1 is dat het gebruikmaakt van een open source-besturingssysteem, namelijk Android van Google. Dit houdt in dat de broncode is vrijgegeven voor ontwikkelaars. Nieuwe versies van het besturingssysteem zijn gratis toegankelijk voor gebruikers.
Voor ontwikkelaars van applicaties kan de openheid van Google ook een voordeel hebben. Dat vertelt Alexander Muse, ontwikkelaar van de in de Verenigde Staten populaire applicatie Shop Savvy. Met deze toepassing kunnen gebruikers, met behulp van de camera op hun mobiel, streepjescodes in de winkel scannen. Vervolgens kunnen ze zien of het product ergens op internet goedkoper wordt aangeboden.
Muse bood de applicatie in eerste instantie aan Apple aan, maar deze keurde hem om onduidelijke redenen af. In de Verenigde Staten is het inmiddels de op een na populairste applicatie op de G1, na een applicatie van het weer. In Nederland is Shop Savvy vanaf 15 januari verkrijgbaar. Inmiddels heeft Apple toch interesse in de applicatie getoond en wordt hij begin dit jaar ook voor de iPhone gelanceerd. „Maar de camera van de iPhone is er iets minder geschikt voor”, zegt Muse. Volgens hem is het voor ontwikkelaars wel „een uitdaging” om applicaties voor Android van Google te ontwikkelen, omdat ze op allerlei soorten telefoons moeten kunnen worden afgespeeld.
Makkelijk is dat de G1 zijn positie, bijvoorbeeld bij de applicatie van Google Maps of Streetview, bepaalt door middel van gps; een mogelijkheid die de iPhone nog mist.
Een gevaar hierbij, in combinatie met de openheid van Google voor allerlei makers van applicaties, is dat deze locatiedata door applicatieontwikkelaars misschien ongemerkt voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt dan waar de consument weet van heeft. Dat vertelt Raimo van der Klein van het bedrijf SPRXmobile, dat bedrijven helpt met het ontwikkelen van mobiele diensten. „Deze data kunnen privacygevoelig zijn, maar daar is nog geen bescherming voor.”
De consument moet wel eerst toestemming verlenen voor het gebruik van gegevens vanuit de mobiele telefoon aan de leverancier van de applicatie. „Maar dat doe je al snel automatisch.” Van der Klein denkt dat de beste oplossing van dit probleem ligt bij regelgeving. „Net zoals je nu een e-mailcode en een sms-code hebt waarbij bedrijven niet zomaar mensen een e-mail of sms mogen sturen, kan je ook een applicatiecode maken.”
Nokia
Elke telefoonproducent doet er zijn stinkende best voor: het succes van de iPhone evenaren met een eigen product. Een markt voor deze zogenaamde smartphones is er zeker. In het derde kwartaal van 2008 zijn er niet minder dan 36,5 miljoen verkocht, becijferde onderzoeksbureau Gartner.
Ook Nokia komt met een eigen model. Vorige maand kondigde het de N97 aan. Die lijkt een geduchte concurrent van de iPhone te gaan worden. Zo heeft het toestel een scherp aanraakscherm, een 5 megapixel camera (de iPhone komt niet verder dan 2 megapixel) en een uitschuifbaar toetsenbordje.
Nokia noemt het toestel daarom geen mobiele telefoon, maar een multimediacomputer. Het apparaat komt medio 2009 op de markt in zwart en zilver en gaat zo’n 550 euro kosten.