Treinen op hoog niveau
De spanning stijgt. Reizigers verdringen zich voor de ramen. Nog even en de Bernina Express passeert het Landwasserviaduct. Het beroemdste hoogstandje op het spoortraject dat de bergen in het Zwitserse Graubünden bedwingt.
Traag kruipt de trein over het 163 meter lange, gebogen brug. Toch gaat het nog te snel. Pijlers van 65 meter hoog, een steil oprijzende bergwand en een stroom die de afgrond doorsnijdt, zijn ook niet niks. In feite zou de trein hier even moeten stoppen. Mede als eerbetoon aan de werklui die dit huzarenstukje een eeuw geleden leverden.Normaal gesproken wil iedereen zo snel mogelijk van a naar b reizen. Hier zijn de belangen echter tegengesteld. De machinist streeft ernaar de trip met Zwitserse precisie af te leggen, terwijl het de reizigers niet lang genoeg kan duren. Gletsjers, meren, bergweiden, koeien, dalen en schilderachtig gelegen dorpjes met witgepleisterde huizen, er is tijd tekort om al dat moois op te zuigen. De tientallen tunnels bieden nauwelijks gelegenheid om opgedane indrukken te verwerken.
Als één ding duidelijk wordt, is het wel dat de Unesco de smalspoorlijn tussen het Zwitserse Thusis en het Italiaanse Tirano vorig jaar juli volkomen terecht op de Werelderfgoedlijst zette. Het fraaie samenspel tussen natuur, cultuur en techniek trok de mensen van de Verenigde Naties over de streep. Architectonische kunstwerken als viaducten en keertunnels deden ook een flinke duit in de zak. Niet alleen het treintraject zelf, maar ook het naastgelegen cultuur- en natuurlandschap valt onder het predicaat werelderfgoed.
Het Zwitserse tracé is de derde spoorlijn op de Unescolijst, naast de Oostenrijkse Semmeringbaan en de Darjeeling- en Nilgirilijn in India.
Romantisch
De bekroonde baan bestaat uit twee delen, de Albula- en de Berninalijn. Samen zijn ze goed voor 122 kilometer smalspoor. Beide tracés vallen onder verantwoordelijkheid van de Rhätische Bahn, het spoorwegbedrijf van Graubünden. Elk tracé kent zijn eigen charme. Albula oogt vooral liefelijk en romantisch, terwijl Berninalijn zich veelal door een ruiger en onherbergzamer landschap slingert.
De Zwitsers zelf steken hun bewondering voor de voorouders niet onder stoelen of banken. „De spoorlijn weerspiegelt pionierszin en ingenieurskunst”, meent Richard Atzmüller, die zich sterk maakte voor de Unesco-erkenning. Jürg Schmid, hoogste baas van Schweiz Tourismus, belicht een ander aspect. De Rhätische Bahn biedt volgens hem een ”Bilderbuchwelt” die echt is. Een plaatjesboek? Soms lijkt de trip haast een rit in een modelspoortrein.
IJsmassa
De roep van de alpine vergezichten van het Zwitserse kanton gaat de hele wereld over. Toeristen uit allerlei streken laten zich verlokken tot een trip in een luxe panoramatrein, waarbij de ramen van de rijtuigen tot in het dak doorlopen en maximaal zicht bieden.
De meeste passagiers genieten zittend van de omgeving. Maar als de Morteratschgletsjer op Graubündens hoogste top in beeld verschijnt, is het gedaan met de rust. Massaal komen ze in beweging om de ijsmassa op de Piz Bernina (4049 meter) te fotograferen.
Daarna zakt iedereen terug in het pluche. Zich vergapend aan bossen en velden, watervallen en minieme stroompjes, keien bomvol korstmos en bergen met afgeronde toppen of kleine snijtanden. Wat een wondere wereld, dit is treinen op hoog niveau.
Meer informatie: www.myswitzerland.com.
Albulabahn
Albulaspoorlijn in Graubünden loopt van Thusis naar St. Moritz.
Dankt zijn naam aan het Albuladal.
Geopend in 1904. Lengte spoortraject: 67 kilometer; laagste punt: 584 meter (Chur); hoogste punt: 1823 meter (Albulatunnel). Geen tandradbaan, het spoor stijgt daarom geleidelijk, maximaal stijgingspercentage: 3,5 procent. In het tracé zijn verschillende keertunnels opgenomen, waarbij de trein in de berg een stijgende cirkel aflegt.
Telt 42 tunnels en galerijen en 144 bruggen.
Berninabahn
Berninaspoorlijn verbindt St. Moritz in het zuiden van Graubünden met de Italiaanse plaats Tirano.
Dankt zijn naam aan het Berninamassief met bijbehorende Berninapas.
Geopend in 1910. Lengte spoortraject: 61 kilometer; laagste punt: 429 meter (Tirano), hoogste punt: 2253 meter (Ospizio Bernina). Geldt als het hoogste treintraject in de Alpen. Geen tandradbaan, spoor stijgt geleidelijk, maximaal stijgingspercentage: 7 procent. Tracé bevat keertunnels en een keerviaduct bij Brusio.
Telt 13 tunnels en galerijen en 52 bruggen.