Ruzie tussen hotelschoonmakers
In hoeverre mag een ex-werknemer klanten van de vroegere baas benaderen? Ruziënde hotelschoonmakers treffen elkaar voor de rechter.
Hoe je een hotel moet soppen, hoef je meneer Van K. niet te vertellen. Al jaren zit hij in de hotelschoonmaakbranche. In 1999 treedt hij als districtsdirecteur in dienst bij Albatros BV, een van de grotere spelers op de markt van hotelreinigingsbedrijven. Later wordt Van K. gevolmachtigd directeur en aandeelhouder. Baas van Albatros is op dat moment meneer B. Samen proberen de twee het Albatrosschip op koers te houden.Gaandeweg komt echter de klad in de verhouding tussen beide heren. De wegen gaan uiteen. Van K. gooit in 2005 bij Albatros het dweiltje erbij neer.
Hij haakt aan bij een veel kleiner hotelschoonmaakbedrijf, Hendriks Hoteldiensten, dat vooral actief is in Groningen. Met Van K. binnen de gelederen timmert Hendriks Hoteldiensten flink aan de weg.
In een zogeheten relatiegeding in 2005 komen Van K. en zijn vroegere baas B. overeen dat Van K. vier jaar lang klanten van Albatros ongemoeid zal laten.
Daar nu zit de pijn. In november 2008, bij de kortgedingrechter in Utrecht, verwijt Albatros Van K. dat hij de concurrentieafspraken aan zijn laars lapt. „Hij lijkt weinig anders te doen dan stukjes uit de taart van Albatros te eten”, laat de raadsman van het bedrijf weten. Het zint Albatros allerminst dat Van K. via Hendriks Hoteldiensten banden heeft aangeknoopt met hotels in Zwolle, Zoetermeer, Naarden, Rotterdam, Zaltbommel en Breukelen. Dat zijn klanten van Albatros en daar moet Van K. voorlopig van afblijven.
Nu de afspraken zijn geschonden, moeten hij en Hendriks Hoteldiensten elk een voorlopig voorschot van 100.000 euro schadevergoeding betalen, zo vraagt de raadsman van Albatros.
Neem nu Van K.’s pogingen om twee Regardzhotels, in Rotterdam en Zaltbommel, te paaien. Terwijl het relatiebeding bepaalt dat de man tot 1 januari 2009 die Albatrosklanten moet mijden, doet Van K. al in juli 2008 mee aan een inschrijving om de order voor het schoonmaken van beide hotels in de wacht te kunnen slepen.
Nog iets anders zit Albatros dwars. Van K. strooit kwalijke praatjes rond over het bedrijf waar hij voorheen werkte. Zo beweert de man dat het bergafwaarts gaat met Albatros sinds het plotselinge overlijden van de topman, de heer B., in februari 2008. Bovendien proberen Van K. en Hendriks Hoteldiensten belangrijke werknemers van Albatros af te troggelen.
Van K. heeft een ander verhaal. Hij vindt juist dat hij zich wel degelijk aan de afspraken heeft gehouden en vier jaar heeft gewacht alvorens zich op interessante klanten van Albatros te storten. Van K. mag dan in juli 2008 hebben ingeschreven op de order van de Regardzhotels, de daadwerkelijke schoonmaakklus zal pas in 2009 aanvangen. En vanaf die datum geldt het relatiebeding niet meer, betoogt Van K.’s raadsman.
Ook over het verwijt dat Van K. lasterpraat over Albatros rondstrooit, heeft de man zijn eigen lezing. „Binnen de onderneming heerst onrust. Er zijn drie commissarissen vertrokken bij Albatros. Als er trammelant in huis is, kan dat nu eenmaal naar buiten komen.”
Van K. ontkent dat hij op ontoelaatbare wijze personeel van Albatros overhaalt bij Hendriks Hoteldiensten te komen werken. Toegegeven, hij heeft enkele werknemers van Albatros een hoger loon toegezegd en juridische bijstand beloofd mocht hun overstap tot heisa leiden. Maar die werkwijze is geoorloofd, betoogt zijn advocaat. „Het gaat pas mis als hij dat heel structureel en meteen na zijn vertrek bij Albatros zou hebben gedaan.”
Albatros komt in het kort geding van een koude kermis thuis. De Utrechtse rechtbankpresident mr. H. Uniken Venema oordeelt dat het „onvoldoende aannemelijk is” dat Van K. „tekortgeschoten is in de nakoming van contractuele verplichtingen.” Dat de man bijvoorbeeld al in juli 2008 inschreef op de order van de Regardzhotels, strijdt niet met het relatiebeding. Van daadwerkelijke schoonmaakactiviteiten was toen immers nog geen sprake.
Ook in het verwijt dat Van K. lasterpraat over Albatros verspreidt en personeel probeert weg te kapen, gaat de rechter niet mee. Partijen verklaren hierover tegengesteld. Om meer duidelijkheid te krijgen, zou nader onderzoek moeten volgen. „Daarvoor is in dit kort geding geen plaats.” Albatros kan fluiten naar de geëiste schadevergoeding.