Engelen
„…de bedelaar stierf en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham.”
Lukas 16:22Lazarus’ onsterfelijke ziel werd, zodra zijn lichaam stierf, de hemel ingedragen, in Abrahams schoot. Het is als bij de heilige Stefanus, die gestenigd werd. Hij was echter verzekerd dat hij, Jezus ziende aan de rechterhand van God, terstond als hij zijn geest zou uitblazen zou aanlanden in Abrahams schoot. Daarom riep hij: „Heere Jezus, ontvang mijn geest.”
Wat opmerkelijk is in het dragen van de arme Lazarus is dat de engelen erbij betrokken zijn als dienaars en wachters. Hoe ellendig Lazarus in dit leven ook is geweest en hoewel hij verachtelijk buiten de poort lag, zo hebben nochtans de heilige engelen die tot de dienst waren uitgezonden, hem opgepast en de wacht over hem gehouden. Toen zijn ziel uit het lichaam verhuisde, hebben zij hem terstond in bewaring genomen en in de plaats van de eeuwige vreugde gedragen.
Hoe dit alles is toegegaan, is niet te begrijpen omdat de Heere God ons maar weinig van Zijn huishouding geopenbaard heeft. Van Lazarus staat niet geschreven dat hij begraven is, maar alleen dat de bedelaar stierf. Van de rijke staat echter dat hij stierf en werd begraven. Het lichaam van de rijke man werd begraven. Het werd in pracht en praal ter aarde besteld. Maar het lichaam van Lazarus, vol wonden en etterbuilen, wordt weggedragen zoals hij gestorven is, verachtelijk in de ogen van mensen.
Johannes Barueth,
(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1754)
predikant te Dordrecht