Centraal Weekblad / Ouderlingenblad / Kerkblad
Wat is de toekomst van de Chinese kerk? In Centraal Weekblad (opinieblad binnen de Protestantse Kerk) wijdt Wout van Laar, die recent namens de Nederlandse Zendingsraad een bezoek aan het land bracht, er een beschouwing aan.
„Opmerkelijk is de populariteit van het christendom aan de universiteiten. In ons land geldt het christelijk geloof voor de ’verlichte’ elite nog steeds als achterlijk; in China herkennen miljoenen mensen in de waarden van het christendom de morele kracht die de samenleving kritisch kan begeleiden bij zijn mars naar de moderniteit.In de gapende spirituele leegte na de Culturele Revolutie volgen studenten colleges van een Duitser over de ethiek van Jezus. Ik was erdoor verrast. China lijkt de eeuwen van vernedering vergeten en kijkt toch weer naar het Westen. Deze interesse daagt ons uit om de rijkdom van de christelijke traditie te herformuleren, ter wille van anderen en ter wille van onszelf.
Ook in Europa groeit de overtuiging dat wij in de snelle kanteling van de tijden voor fundamentele keuzen staan en een nieuwe oriëntatie behoeven. Christenen in China en Nederland zouden elkaar wellicht kunnen bemoedigen in hun roeping om ieder in de eigen context trouw te zijn aan de Heer.
Wat is de toekomst van de Chinese kerk? Op korte termijn lijkt er weinig te veranderen. Nooit kenden Chinezen meer vrijheid dan vandaag; tegelijk nemen de controle en de druk op de kerken na de Spelen alleen maar toe. Er zijn streken waar huiskerkleiders snoeihard worden aangepakt. Op langere termijn echter zou het christendom kunnen uitgroeien tot een van de drijvende krachten van de samenleving, vergelijkbaar met stromingen als confucianisme en taoïsme.”
Ouderlingenblad
Veel gemeenten noemen zich inmiddels open, gastvrij, missionair en diaconaal, aldus Gerben Heitink in het OuderlingenBlad. „Dat klinkt goed, maar zijn we dat ook?” „Ergens in het land hield ik onlangs een lezing over de vraag hoe een kerkelijke gemeente, die steeds meer opgesloten raakt in zichzelf, weer naar buiten kan treden. Veel gemeenten noemen zichzelf open, gastvrij, missionair en diaconaal, dat klinkt goed, maar zijn we dat ook? Het antwoord op deze vraag werd ons die avond op een presenteerblaadje aangeboden.
Tijdens de discussie stond een jongeman op. Hij wilde wat vragen, maar verontschuldigde zich tegelijk. Hij was blijkbaar een vreemde in dit gezelschap. Ook zag hij er wat sjofel uit vergeleken met andere aanwezigen. Via de krant had hij over deze bijeenkomst gelezen en zich afgevraagd: Zou de kerk ook voor mij iets kunnen betekenen? Hij vertelde over zijn dagelijkse moeite om rond te komen. Hij had nogal wat hulp nodig. Dat leidde hem langs loketten en daar kwamen ingewikkelde formulieren aan te pas. Daar begreep hij weinig van.
Hij vertelde ook dat hij inmiddels ondersteuning had gevonden. Hij had zich namelijk aangesloten bij de SP. Die mensen doen tenminste wat in de wijken, zo was zijn ervaring. Ze gaan met je mee naar de sociale dienst en vullen zo nodig een formulier voor je in. Zou de kerk daar ook niet aan mee kunnen doen, vroeg hij zich hardop af.
Toen hij weer ging zitten, werd het even stil in de zaal, alsof we ons schaamden. Maar er kwam ook bijval, applaus. Mensen gingen om hem heen staan. We vroegen ons af of dit het niet was waar de diaconie zich altijd voor inzette? Hier ligt een taak voor de gemeente. Later moest ik denken aan een tekst uit de brief van Jakobus. „Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden?””
Kerkblad
Ontwikkelingen die zich eerder voordeden in de Gereformeerde Kerken en Hervormde Kerk, herhalen zich momenteel in de gereformeerde gezindte, constateert dr. P. de Vries in het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk. Hij besluit zijn artikel met een citaat uit een preek van ds. G. Boer. „Ik besluit met een citaat uit een preek over Psalm 119:19 (Ik ben een vreemdeling op de aarde, van wijlen ds. G. Boer): „Geen rechte lijnen. ’t Kan zo, maar ’t kan ook anders! Ook deze stem: Wij moeten open staan voor wat de aarde te bieden heeft. Een christen moet met zijn tijd mee. Hij moet op twee klokken tegelijk kijken: op de klok van zijn Vader in de hemel en ook op de klok van de wereld, waarin hij leeft.
Ook deze stem: Christen zijn in deze tijd, en sport en spel, muziek en blijdschap, sluiten elkaar niet uit. Daarom op naar een spannende en vrolijke revue en een toneelstuk in de schouwburg. Nog nooit vertoond! Waarom geen volksdans, waarom geen film, geen toneel, geen bonte avonden? Hoor ook deze stem: Gelukkig is de tijd voorbij van de bleke jongeling, die op de jv een inleiding houdt over de Bijbelse, kerkelijke of vaderlandse geschiedenis. Wat een vogelverschrikker! Wat een taaie en vervelende boel! Hoera! Wij zijn ervan verlost, wij zijn weer midden in het volle leven gekomen. Wij doen aan alles mee! Wij zijn -zonder dat wij het weten- puinruimers geworden van de brokstukken van de christelijke zede en wij ruimen de resten van de zondagsviering op!
Wij zijn straks dat bekende geslacht dat van onze christelijkheid geen last meer heeft, dat van ons geen offers meer vraagt. Wij worden met van alles en nog wat beziggehouden en ruimen straks de laatste resten van onze christelijkheid op. Wij weten hoe het hoort. De kerk moet nog veel meer verwereldlijken, dan krijgt ze gehoor bij de buitenkerkelijken. Wij gaan het Evangelie verkondigen door middel van de film en door middel van kerst- en paasspelen!
Ziehier, gemeente, zo allerlei geluiden uit de kerk. Het is toch te begrijpen, dat deze man met zijn belijdenis: Ik ben een vreemdeling op de aarde, een vreemde eend in de bijt is en allerlei reacties oproept. Dat is een man die niet met zijn tijd mee kan, een hopeloos ouderwetse man. Dat is er een uit de nachtschool! Hij is niet actueel.
Wie heeft er nu gelijk? Want het is niet allemaal tegelijk waar! Dat begrijpt u wel. U begrijpt misschien wel met mij dat dit alles geschreven en gezegd wordt, maar u staat voor het raadsel hoe dit alles met de Bijbel te rijmen is. Dat de wereld zo spreekt is te verstaan, maar dat in de kerk zulke geluiden worden vernomen, is ontstellend, benauwend en schuldig. Laat ons God bidden om het te houden met deze man!””