„Arameeërs bedreigd met uitroeiing”
De mensenrechtensituatie van de Arameeërs in het Midden-Oosten is „deplorabel.” Zowel in Turkije als in Irak worden christelijke minderheden in hun voortbestaan bedreigd.
Dat staat in de jongste rapportage van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM), die vrijdagavond is gepresenteerd op een bijeenkomst in de Mor Jacobkerk in Enschede. ABM heeft een fors aantal voorbeelden van mensenrechtenschendingen uit Turkije en Irak in kaart gebracht.CDA-Tweede Kamerlid Omtzigt uit Hengelo nam het rapport in ontvangst. Omtzigt is tevens lid van de mensenrechtencommissie van de Raad van Europa in Straatsburg. Hij zal het rapport agenderen in de Raad van Europa.
Meest actueel is de dreigende onteigening door de Turkse staat van een van de oudste christelijke kloosters ter wereld. Omtzigt: „Juist omdat Turkije veel moeite doet de mensenrechtensituatie te verbeteren, moeten wij vanuit Europa en Nederland druk blijven uitoefenen om de godsdienstvrijheid voor alle geloven te garanderen. Zoals wij in ons land ruimte scheppen voor moskeeën, zo hoort in Turkije de eeuwenoude christelijke gemeenschap niet onteigend maar beschermd te worden.”
„Grote zorgen” heeft Omtzigt ook over de gecompliceerde situatie van christenen in Irak. „Nu het geweld en de burgeroorlog daar gelukkig af lijken te nemen, is het des te meer noodzakelijk dat ook hun veiligheid en vrijheid worden gegarandeerd.”
Het gisteren gepubliceerde document is anders van aard dan de voorgaande rapporten. De afgelopen jaren heeft de ABM „keer op keer” de noodklok geluid over mensenrechtenschendingen tegen christenen in Turkije en Irak. Er is in beide landen sprake van moorden, bedreigingen, ontvoeringen en tal van overheidsmaatregelen ten aanzien van deze minderheden, aldus de opstellers van het rapport. „Naar aanleiding van onze meldingen werden regelmatig Kamervragen gesteld, werd overleg gevoerd met leden van het Europees Parlement en de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en deed de Nederlandse ambassade in Turkije onderzoek naar door ABM gerapporteerde incidenten. Het bleef echter bij het melden van en reageren op incidenten.”
Met ingang van deze rapportage probeert ABM daarom de incidenten in te kaderen in ontwikkelingen ten goede of ten kwade en deze te vergelijken met de internationale afspraken die (ook) ten aanzien van Turkije en Irak gelden. De zestig jaar geleden vastgestelde Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is daarbij het belangrijkste document. „Daarnaast baseren wij ons op de criteria die de Europese Unie hanteert met betrekking tot etnische, culturele en religieuze minderheden”, aldus de opstellers.
Het rapport geeft bij een aantal artikelen van de Verklaring van de Rechten van de Mens concrete voorbeelden van schendingen door Turkije en Irak. De christelijke Arameeërs in Turkije leven permanent in angst, aldus de rapporteurs. „Turkije slaagt er binnenkort in om zich te ontdoen van de Aramese bevolkingsgroep”, waarschuwen zij.
In Irak is het niet beter gesteld. „Uit de meest recente berichten blijkt dat er een doordachte campagne gaande is om de Arameeërs verder te verzwakken.”
ABM constateert dat de schenders van de mensenrechten vrijuit hun gang kunnen gaan vanwege de „desinteresse en nonchalance” van de rest van de wereld. „Zonder de inzet van, met name westerse, politici en organisaties dreigt het Midden-Oosten zijn oudste bevolkingsgroep te verliezen.”