Geen tijd meer voor wetsvoorstel nabestaande
De vertrekkend staatssecretaris Aboutaleb (Sociale Zaken) komt niet meer met een wetsvoorstel dat weduwen en weduwnaars met minderjarige kinderen sneller aan het werk moet helpen. Dat bleek donderdag tijdens een debat in de Tweede Kamer. Daar leidde het plan van de bewindsman, die burgemeester van Rotterdam wordt, tot verdeeldheid in de coalitie en emotionele reacties bij vooral SP-fractievoorzitter Kant.
Kant noemde het plan van Aboutaleb hardvochtig, onfatsoenlijk, onbeschaafd en onnodig. Volgens de kleinste regeringspartij ChristenUnie is het goed om mensen na het overlijden van hun partner aan werk te helpen, maar mag dat niet worden verplicht. Aboutaleb zei de uitwerking van zijn voorstellen over te laten aan zijn opvolger. Dat is de Haagse PvdA-wethouder Klijnsma, die naar verwachting 18 december begint als staatssecretaris.De staatssecretaris zei eerder deze week dat mensen met minderjarige kinderen met een uitkering op grond van de Nabestaandenwet twee jaar na het overlijden van hun partner verplicht moeten worden om werk of scholing te aanvaarden. Hij vindt het weinig sociaal dat nu mensen aan hun lot worden overgelaten totdat ze bij gemeenten aankloppen voor bijstand, omdat hun jongste kind 18 jaar is en ze geen recht meer hebben op een nabestaandenuitkering.
In de Kamer heerst er wel overeenstemming over dat het nu vaak veel te lang duurt voordat werkloze weduwen en weduwnaars steun krijgen om aan de slag te gaan. Maar over de manier van ondersteuning is de Kamer verdeeld. Zo kreeg de PvdA-bewindsman wel steun van zijn eigen partij, VVD en GroenLinks. Maar verzetten SP, PVV, ChristenUnie en SGP zich tegen een verplichting tot werken.
De grootste regeringspartij CDA is ook kritisch over de plannen voor een sollicitatie- en/of scholingsplicht. CDA-Kamerlid Omtzigt zei te hopen dat Klijnsma met „veel meer zorgvuldigheid” de wet onder handen neemt dan Aboutaleb deze week. Hij wees erop dat het bij de Nabestaandenwet gaat om een volksverzekering, waarbij je niet zomaar kan tornen aan de rechten.
Wel wil Omtzigt graag dat de huidige wetgeving tegen het licht wordt gehouden, omdat er veel mankementen aan zitten. Volgens hem klopt bijvoorbeeld de definitie van partners in de wet niet meer, omdat veel stellen niet meer trouwen en een groot deel van de kinderen buiten het huwelijk wordt geboren.