Hof bevraagt partijen in zaak Zeewolde
Voor de tweede keer troffen de partijen in de zogenoemde zaak Zeewolde elkaar vrijdag voor het gerechtshof in Arnhem. Het hof had de zitting gelast om nog wat meer informatie te verkrijgen, „zodat wij”, aldus de rechter, „beter in staat zijn een beslissing te nemen.”
De zaak Zeewolde, die sinds begin 2001 speelt, ligt alweer enige tijd in hoger beroep bij het Arnhems gerechtshof. Op 22 februari hielden de advocaten van beide partijen, mr. P. J. den Boef en mr. P. T. Pel, een pleidooi namens de appellanten: H. R. H. A. de Boer, voormalig predikant van de christelijke gereformeerde kerk (cgk) te Zeewolde, enerzijds en de Zeewoldse cgk en de classis Amersfoort van de Christelijke Gereformeerde Kerken anderzijds. Deze classis besloot op 2 juli 2003 ds. De Boer te ontzetten uit het ambt van dienaar des Woords binnen de CGK.Op 24 juli dit jaar wees het hof een tussenarrest, waarbij het zich bevoegd verklaarde tot „kennisneming van de zaak.” Tegelijk gelastte het een zogenoemde comparitie van partijen.
Deze had vrijdag plaats. Tot een uitspraak kwam het dus niet: de zitting had alleen tot doel „meer informatie te verschaffen”, zo benadrukte de rechter meermalen. „Dus nogmaals: vandaag geen pleidooien.”
Het hof legde de twee partijen een aantal vragen voor waarop het antwoord de raadsheren nog onvoldoende duidelijk was. Bijvoorbeeld: had ds. De Boer zich na zijn ziekmelding op 12 oktober 2001 op enig moment weer hersteld gemeld? Dat bleek niet het geval te zijn.
Nog een vraag: waarom had De Boer indertijd zijn appel bij de generale synode ingetrokken? Onder meer omdat deze pas in 2004 gehouden zou worden, antwoordde zijn advocaat, mr. Den Boef. „Dat duurde mij te lang.”
Mr. Pel: „Vervolgens deed de kantonrechter van Lelystad pas op 2 februari 2005 een uitspraak. Had De Boer de kerkelijke rechtsgang gevolgd, dan was hij dus eerder klaar geweest.” „De wereldlijke rechter doet het niet veel sneller”, concludeerde de Arnhemse rechter gevat.
Aan het slot van de zitting besloot het hof de twee partijen de mogelijkheid te geven om in een ”memorie van comparitie” te reageren op wat er vrijdag zoal aan de orde was gekomen. Op 3 februari zullen zij elkaar opnieuw voor het hof treffen. Vervolgens krijgen beide nog gelegenheid om daarop te antwoorden.
Het blijft tot nu toe onduidelijk welke kant het in de zaak Zeewolde op zal gaan. Wat mr. Pel betreft, spreekt het gerechtshof straks uit dat De Boer eerst de kerkelijke rechtsprocedure had moeten doorlopen (classis-particuliere synode-generale synode) alvorens de -eventuele- gang naar de wereldlijke rechter te maken.
De vraag is óf het hof dit zal uitspreken, of dat het de stellingname van mr. Den Boef overneemt, dat de kerk in deze zaak „fundamentele rechtsbeginselen” heeft geschonden. In het laatste geval zal het hof de zaak inhoudelijk gaan behandelen.
De rechtszaak wordt ook in andere (kleine) kerkverbanden met grote belangstelling gevolgd. Zo waren vrijdag ook twee leden van het deputaatschap kerkrecht van de Gereformeerde Gemeenten ter zitting aanwezig. Dit deputaatschap gaf de boekjes ”In Orde” en ”In goede orde” uit, die ook een zekere rol spelen in de zaak Zeewolde.
Het was de rechter overigens niet duidelijk geworden dat de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten twee onderscheiden kerkverbanden vormen. In het verslag liet hij de griffier dan ook opnemen: „Het boekje ”In Orde” is van de Gereformeerde Gemeenten. Dat is een ander kerkgenootschap.”