Kerk & religie

Leidse atheïst wil graag katholiek worden, maar kan het niet

„Het liefst wil ik katholiek worden. Maar ik kan niet geloven, ik ben te kritisch.” Dat zei de Leidse socioloog prof. dr. M. ter Borg woensdag in een debat aan de Leidse universiteit. Met zijn protestantse tegenstander prof. dr. M. den Dulk debatteerde hij over de ”Zin en onzin van nieuwe religiositeit”.

Kerkredactie
27 November 2008 10:45Gewijzigd op 14 November 2020 06:48
LEIDEN - Religieuze kicks vindt prof. Ter Borg in een muziekstuk van Mozart of Wagner.
LEIDEN - Religieuze kicks vindt prof. Ter Borg in een muziekstuk van Mozart of Wagner.

Prof. Ter Borg kiest voor een persoonlijke insteek. „Ik zou graag willen geloven dat ik met een gebed tot Sint-Antonius mijn verloren spullen weer terugvind. Maar ik kan niet. Ik lijd aan de onttoverde wereld door de kritische rede.” Het is voor hem onverenigbaar: om met het kritisch denken niets te kunnen zeggen over God en aan Hem toch in het geweten verantwoording af te leggen, zoals zijn opponent zegt.De socioloog ziet twee radicale mogelijkheden. Of God bestaat niet, of Hij is bestand tegen alle kritiek. „De onttovering door de kritiek vind ik een probleem van deze samenleving. Ik vind het heerlijk om in een betoverde wereld te leven, als ik dat zou kunnen.”

„Religieuze kicks” vindt prof. Ter Borg in de kunst, het Requiem van Mozart en een opera van Wagner. „Maar vandaag is die betovering in kadertjes geplaatst. Alleen in Amsterdam ArenA en in het Concertgebouw is er een korte religieuze ervaring. Daarbuiten stiften we onze lippen en lopen we in de tred van de ontluisterde wereld.”

Keuzemoment
Prof. Ter Borg gebruikt religie als een containerbegrip. Alles is religie, is de teneur van zijn verhaal. Elk woord, elke daad stoelt op een overtuiging. „Ieder mens heeft er behoefte aan te weten dat het leven niet van willekeur aan elkaar hangt. Dat kan een economische maatstaf zijn, een gebeurtenis, of de christelijke God. De felheid waarmee de bevolking vasthoudt aan de economische groei vind ik bijvoorbeeld een religieuze ijver die past in mijn begrippenkader.”

Hij scherpt zijn visie nog wat aan. „De mens is een dier dat in staat is tot transcendentie. Hij kan toekomstplannen maken en heeft fantasie.” Daarop voortbordurend kan hij ook nadenken over de zin van het bestaan. „De mens heeft een instantie nodig die ervoor zorgt dat zijn twijfel niet tot vertwijfeling leidt. Dat figuur moet dus niet aan de eindigheid en kwetsbaarheid lijden waaraan hijzelf lijdt.” De socioloog vindt het interessant om te onderzoeken welke „kromme wegen” de mens hierin gaat.

Als een krijgsmachtpredikante vanuit de volle zaal opmerkt dat ze militairen kent die geen enkele vorm van zingeving hebben of zoeken, verruimt prof. Ter Borg zijn definitie. „Zelfs het geven van een weerwoord ter rechtvaardiging valt onder zingeving. Bovendien is zingeving een sociale constructie. Misschien lopen ze mee in een zingevingspatroon, zonder er een gedachte aan vuil te maken.”

Prof. Den Dulk, emeritus hoogleraar praktische theologie, kan weinig met zo’n weids begrip van religie. Religie is geen natuurlijke behoefte van de mens, ze is een keuzemoment. „Blijf letten op die omslag. Van de keuze ”Ik wil niets met God te maken hebben” tot ”Er is toch wat meer tussen hemel en aarde”.”

Boot missen
De Leidse socioloog Ter Borg, die als leeropdracht het onderzoek naar niet-geïnstitutionaliseerde vormen van religie heeft, vindt dat religie niet gelijk is aan een set leerstellingen. „Dat hebben de protestantse kerken ervan gemaakt. Zij honoreren alleen religieuze ervaringen die passen in het dogmatisch kader. Daarom zullen ze in onze tijd steeds meer de boot missen. De massa heeft namelijk nauwelijks affiniteit met dat kader.”

Volgens prof. Ter Borg zou het teruglopen van de ledenaantallen een halt kunnen worden toegeroepen als de kerk een onderscheid zou maken tussen theologenreligiositeit en massareligiositeit. „Met de eerste, waar de kerk nu mee bezig is, bereikt ze hooguit 20 procent van de bevolking.”

Opnieuw vraagt prof. Den Dulk aandacht voor de visie van een insider op religie. Religieuze mensen denken niet over religie als slechts een natuurlijke behoefte. „Begin nu eens met te kijken waar het in de christelijke gemeente werkelijk om gaat”, adviseert hij zijn tegenstander.

Volgens prof. Den Dulk doet de gemeente niet aan religie. „Religie werd in het Oude Testament vaak gezien als iets wat de ontmoeting met God in de weg staat. God openbaart zich altijd weer anders. Vanzelfsprekend doet de kerk dus weinig aan religie, want het is hun zaak niet.”

Ontmoeting met God
Diverse keren laten de debaters zien dat ze ieder een eigen wetenschappelijke sleutel tot het verstaan van religie hanteren. Socioloog Ter Borg, die zichzelf een atheïst noemt, probeert vanuit een ’neutraal’ perspectief verschijnselen te categoriseren tot religie.

Theoloog Den Dulk -„Ik ben beïnvloed door Karl Barth”- stelt dat de verschijnselen alleen geen religie zijn. Barth stelde dat je van in de kerk te zitten -een religieus verschijnsel- niet zalig wordt. In navolging van Barth stelt prof. Den Dulk de ontmoeting met God centraal.

Daarom kan hij niet overweg met de begripsbepaling van prof. Ter Borg. Dan zou de kerk net zo veel met religie te maken hebben als met atheïsme, aldus prof. Den Dulk. Beide kanten zijn nodig voor de ontmoeting met God. Religieuze ervaring in rapport met de tijd moet worden getoetst aan de Bijbel. „Ik lees niet alleen bij Prediker het zuchten, maar ik hoor ook Nietzsche, de filosoof met de hamer.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer