Laatste ordinanties kerkorde aanvaard
De triosynode heeft vrijdag de laatste drie ordinanties bij de kerkorde van de toekomstige verenigde kerk, de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), vastgesteld. In de ordinanties staan praktische regels voor de dagelijkse gang van zaken in de kerk. Besprekingen hierover duurden lang en leidden slechts tot enkele tekstwijzigingen.
De synode stelde onder andere ordinantie 4 over de ambtelijke vergaderingen vast. Diverse synodeleden bleken verontrust te zijn over de vele taken die de classicale vergadering straks in de verenigde kerk krijgt. Er komt geen vrijgestelde regionale scriba, zoals ds. G. de Fijter (hervormd, classis Kampen) als tegemoetkoming voorstelde.
Het voorstel van ds. E. G. Egberts (gereformeerd, classis Gorinchem) en ds. J. L. Schreuders (hervormd, classis Bommel) om niet één maar twee ambtsdragers per gemeente naar de classis af te vaardigen, ondersteunden 82 synodeleden. Tachtig personen stemden tegen. Bij stemming per synode bleken hervormden en gereformeerden hier in meerderheid voor, maar de lutheranen in meerderheid tegen. Bij een tweede stemmingsronde bleken gereformeerden en lutheranen voor één afgevaardigde te zijn. De hervormden bleven in meerderheid (40-31) voor twee afgevaardigden. Het is de taak van het triomoderamen en de werkgroep kerkorde om zich opnieuw over een dergelijk punt te buigen en met een oplossing voor het meningsverschil te komen.
Hetzelfde geldt voor het aantal ambtsdragers waaruit een kerkenraad minimaal moet bestaan. De lutheranen vinden zeven naast de predikant te veel. Hervormden en gereformeerden willen graag aan het voorgestelde aantal van zeven vasthouden.
Voor het sluiten van de krant kwamen de inmiddels bedachte alternatieven nog niet in bespreking. Het voorstel is nu dat in een gemeente met minder dan 300 leden de kerkenraad een kleiner aantal ambtsdragers mag tellen. Wel moeten alle ambten vertegenwoordigd zijn. Volgens het nieuwe voorstel mogen gemeenten die van deze regeling gebruik maken er ook voor kiezen maar één ambtsdrager naar de classis af te vaardigen.
Het is de bedoeling dat andere kerkenraden twee ambtsdragers gaan afvaardigen naar de classicale vergadering. De synode beslist hierover zaterdag.
Een voorstel van de hervormde predikanten H. J. Jansen (Emmen) en E. Westrik (Den Haag) om niet twee maar één afgevaardigde per classis naar de synode af te vaardigen, haalde het met 56 stemmen voor en 104 stemmen tegen niet. Ds. Jansen: „Als de Protestantse Kerk van start gaat, moeten we geen log apparaat hebben, maar een snelle, slagvaardige synode.”
De poging van ds. Schreuders om de classes en de synode voor de helft uit predikanten te laten bestaan, mislukte. De meerderheid was tegen.
De synode stelde verder ordinantie 11 over de vermogensrechtelijke aangelegenheden vast. Een voorstel van mevrouw M. M. Gelderblom-van Gelder (hervormd, classis Arnhem) om de vergader- en administratiekosten van de classicale vergadering te bekostigen uit het landelijke quotum haalde het met 76 stemmen voor en 81 stemmen tegen net niet. Nu krijgen de classes de bevoegdheid deze kosten om te slaan over de bij hen behorende gemeenten.
Ook de praktische regelingen met betrekking tot de opleiding en vorming van predikanten (ordinantie 13) zijn aanvaard met 140 stemmen voor en veertien stemmen tegen. Ds. De Fijter pleitte voor een academiepastor, op wie studenten een beroep zouden kunnen doen voor geestelijke zorg. Zeventig synodeleden waren voor, 85 waren tegen. Dit wil niet zeggen dat er geen academiepastor meer mag zijn in de PKN. Maar zijn positie is niet kerkordelijk verankerd.
Omdat er in de drie vastgestelde ordinanties verschillende nieuwe formuleringen voorkomen, is de nu vastgestelde tekst nog niet definitief. Eerst krijgen de classicale vergaderingen de gelegenheid om op de nieuwe onderdelen in deze drie ordinanties te reageren. Volgend jaar, als deze consideraties bekend zijn, stelt de triosynode de ordinanties wel in hun geheel in tweede lezing vast.
Donderdagavond stelde de synode ordinantie 12 (behandeling van bezwaren en geschillen) in tweede lezing vast. In totaal komen er veertien ordinanties bij de kerkorde. De andere tien zijn in een eerder stadium al definitief vastgesteld.