Oprechte liefde voor moslims
„Bijbelsmokkelaar” Anne van der Bijl is tachtig jaar, maar reist nog de hele wereld over om vervolgde christenen te bemoedigen. Vooral die in de moslimwereld hebben zijn hart. Dinsdag was hij even op het kantoor van Open Doors in Ermelo om over zijn nieuwe boek ”Geheime gelovigen” te vertellen.
Het zijn geen „bloedige verhalen” geworden. Wel laat Van der Bijl zien wat het betekent om als ex-moslim in een islamitisch land te wonen.Pakistan, 5 februari 1997. Iemand gooit een met de hand geschreven vodje papier met een anti-islamitische leus in een moskee. Niemand ziet wie het gedaan heeft, maar onmiddellijk wordt via de luidsprekers van de moskee een groep jongemannen opgetrommeld. Iemand beweert dat er bladzijden uit de Koran zijn verbrand. Een politieagent bericht dat er alcohol aan moslims is verkocht. Anderen zeggen dat de profeet Mohammed is gelasterd. Het moeten christenen zijn geweest.
Met elke beschuldiging neemt de woede van de plaatselijke moslims toe. Een grote groep marcheert richting enkele christelijke dorpen, steekt twee kerken in brand en verbrandt Bijbels en liedboeken. Dan komen er messen en geweren, handgranaten en benzinebommen tevoorschijn. De volgende morgen zijn 15.000 christenen hun huis en bezittingen kwijtgeraakt. Van hun vee, fruitbomen, kruiwagens, tractoren en fietsen is niets meer over.
Hoe reageer je dan als christen? Van der Bijl: „Je kunt je vuisten ballen van machteloze woede. Of je kunt een ander vergeven. Christenen kunnen vergeven omdat Christus hun vergeven heeft. We moeten moslims niet als vijanden zien, maar als mensen die voor Christus gewonnen moeten worden. Als bewogenheid niet de drijfveer van ons handelen is, krijgen we botsingen.”
Doodstraf
Van der Bijl stond aan de wieg van Open Doors, de organisatie die opkomt voor vervolgde christenen en vroeger Kruistochten heette. In 1955 vertrok hij met een koffer vol christelijke boeken naar landen achter het IJzeren Gordijn.
Christenen in islamitische landen hebben het volgens hem moeilijker dan degenen die destijds onder een communistisch regime leefden. „Toen kon je als christen geheime samenkomsten bezoeken. Werd je gepakt, dan belandde je in de gevangenis. In islamitische landen volgt vaak de doodstraf.”
Van westerse landen hoeven deze christenen niet veel te verwachten, stelt hij. In zijn boek staat een brief van Afghaanse christenen, gericht aan de Amerikaanse president Bush. In Afghanistan was in 2003 een nieuwe grondwet opgesteld en de christenen maakten zich zorgen of er wel voldoende ruimte voor niet-moslims zou zijn. Ze vroegen zich af of dit het doel van de coalitietroepen was toen ze het land van de taliban bevrijdden.
Er is in Amerika wel over de brief gesproken, weet Van der Bijl. „Maar Bush heeft die nooit gelezen. En wij laten onze jongens in Afghanistan sterven, een land waar duizenden moskeeën zijn en geen enkele kerk. We steunen een regime met een grondwet waarin geen enkele ruimte is voor christenen.”
Half bloot
Moslims zijn volgens hem totaal niet onder de indruk van de westerse democratie of samenleving. „Onze decadentie spreekt luider dan welke woorden ook. Veel christenen zullen concluderen dat we een opwekking nodig hebben. Dat is echter niet het juiste antwoord. Een opwekking vult alleen de kerkbanken. Er is iets veel krachtigers nodig: een culturele reformatie. Christenen moeten hun levens veranderen. Moslims moeten aan ons kunnen zien dat we anders zijn.
Ik kijk graag naar tennis. In Dubai organiseren ze grote toernooien, waar dan half blote meisjes uit Rusland met een kruisje om hun nek op de baan staan. Als Arabische vrouwen zich zó zouden kleden, zouden ze meteen gestenigd worden. In zo’n kruisje, daar zit het christendom natuurlijk niet in. Maar het bepaalt wel hoe moslims over ons denken.”
Angst
Van der Bijl constateert dat veel christenen angstig zijn voor de islam. „Ze zijn bang voor beïnvloeding omdat ze zelf niet sterk in het geloof staan. Iemand vroeg me eens wat ik ervan vond dat in Egypte jaarlijks 20.000 christenen moslim worden. Echt tijd om een wetenschappelijk antwoord te geven had ik niet, maar ik zei: Echte christenen worden geen moslim. Als je op weg bent naar de hel, dan maakt het niet uit hoe je er komt.”
In de contacten met moslims is een stap in het geloof nodig, aldus Van der Bijl. „Laten we leren om een moslim -misschien wel één met een machinegeweer in de hand- te zien als iemand voor wie Jezus Christus is gestorven. We moeten het woord ”islam” leren spellen: I Sincerely Love All Muslims. Ik houd oprecht van alle moslims. Maar misschien geloven we eerder in een God der wrake dan in een God Die vergeving aanbiedt.”
De „onstuitbare groei” van de islam is volgens hem alleen tegen te houden door christenen die door hun gedrag de liefde van Christus laten zien. „Als we in Nederland écht christen zijn, dan zijn we niet bang voor moslims. We hebben namelijk een veel betere boodschap dan zij, een Boodschap van liefde.
Waarom zouden we ons druk maken over het feit dat de islam het Westen verovert? Waarom zou God een maatschappij beschermen als Hij in onze moraal of geestelijk leven niets vindt wat Zijn bescherming waard is? Misschien wordt het tijd dat we onze kerken eens serieus onder de loep nemen en toegeven dat die in werkelijkheid zwak zijn en weinig of geen echt getuigenis vormen voor moslims.”