TNO en Wageningen zoeken alternatief voor dierproef
TNO en Wageningen UR gaan op zoek naar alternatieven voor dierproeven. Ze hebben vrijdag een Kenniscentrum Innovatieve Toxicologie opgericht.
Het centrum moet testmethoden ontwikkelen die het aantal proeven met dieren terugdringen. De alternatieven moeten net zo goed of beter, en liefst ook sneller, kunnen aantonen dat een bepaald product geen gevaar oplevert voor mens en milieu.Ruud Woutersen (TNO), op 1 september benoemd tot buitengewoon hoogleraar Translationele toxicologie, en Ivonne Rietjens (Wageningen UR) zullen het kenniscentrum gaan leiden.
De laatste jaren is het aantal dierproeven in Nederland iets gedaald. In 2006 werden 603.741 proeven uitgevoerd, blijkt uit cijfers van de Voedsel en Waren Autoriteit.
Bijna de helft (45,6 procent) is verricht voor wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak en behandeling van ziekten bij de mens, zoals kanker en hart- en vaatziekten. Bijna even groot (44,9 procent) was het aandeel voor de ontwikkeling, productie of ijking van sera, vaccins en geneesmiddelen.