Leiden debatteert over meer zondagsrust
Zijn pleidooi voor meer rust op zondag in de binnenstad van Leiden maakt heel wat tongen los. CDA-raadslid drs. Jan-Jaap de Haan oogst bijval, soms uit hoeken waarvan hij het niet had verwacht, maar krijgt ook scherpe kritiek. Volgens een plaatselijke columnist is De Haan niet helemaal van deze tijd.
De rust op zondag in het historische centrum van Leiden staat onder druk. Steeds meer winkeliers gooien de deuren op deze dag open - een ontwikkeling die CDA-raadslid De Haan tegen de borst stuit. Volgens hem is er niemand bij gebaat als de zaterdag en de zondag straks in niets meer van elkaar verschillen.
Nu een filiaal van supermarktketen Albert Heijn aan de Hooigracht voortaan ook op zondag opengaat, vindt de CDA’er het tijd om na te gaan of massaal winkelen op zondag wel zo gewenst is. Begin deze maand stelde hij, samen met de ChristenUnie, een reeks vragen aan VVD-wethouder A. C. Geertsema.
De Haan is bang dat de actie van Albert Heijn een kettingreactie onder winkeliers zal teweegbrengen. „Er zijn al twee supermarkten in het centrum open. De kans is niet denkbeeldig dat grote jongens als de Aldi, V&D en Hema niet willen achterblijven. Het gevolg is dat de kleinere ondernemers zich gedwongen zien in hetzelfde spoor te gaan. Wij vinden dat voor de Leidse samenleving geen goede zaak.”
Uw pleidooi heeft tamelijk ongezouten reacties uitgelokt. U zou niet meer van deze tijd zijn.
„Een columnist van het Leidsch Dagblad zette mij neer als zeer ouderwets christen. Ik kan daar wel tegen. Sommigen vonden dat ik dat niet hoefde te nemen. Maar ik ben van mening dat je zulke artikelen met een flinke korrel zout moet nemen.”
„De wereld verandert, maar soms heeft Jan-Jaap dat liever niet”, werd gezegd.
„Dat klopt. Ik heb liever geen ontwikkeling van almaar meer kopen en consumeren. Daar protesteer ik tegen. En uit onverwachte hoek kreeg ik deze week steun. De fractievoorzitter van de Socialistische Partij was bijna verontwaardigd dat ik hem niet had benaderd voor een handtekening onder m’n vragen.”
Uw liberale collega’s zullen zich afvragen of mensen niet zelf mogen weten wat zij doen: wie wil werken, gaat werken, wie niet, gaat niet.
„Op die manier komt Leiden langzaam maar zeker in de ban van een 24-uurseconomie. Daarin gaat het niet zo vrijblijvend toe als mensen denken. Slechts de grote bedrijven spinnen er garen bij. Zij maken de dienst uit, terwijl de kleine zelfstandigen steeds meer in de problemen komen.
Maar niet alleen zij. Het hele sociaal-maatschappelijk leven is in het geding. Ook het verenigingsleven komt onder druk te staan. Jongens en meisjes kunnen niet meer gaan sporten, omdat ze achter de kassa moeten. Als mensen op heel verschillende dagen vrij staan, wordt het steeds moeilijker een voetbalelftal op poten te zetten of een kerkdienst te organiseren.”
Naar het stadion of naar de kerk, dat is nogal een verschil.
„Over de zondagbesteding ga ik als politicus niet. Ik kan toch niet aan de wethouder vragen of hij vindt dat iedereen naar de kerk moet op zondag? Als politicus moet ik het mogelijk maken dat mensen naar de kerk kunnen, of naar oma en opa, of naar wat dan ook. Ik realiseer me dat de meerderheid in de stad niet kerkelijk is. Daarom wil ik mijn standpunt zo beargumenteren dat ook niet-christenen zich erin kunnen vinden. Ook zij willen wel eens een dag rust.”
Hoe sterk staat u in uw pleidooi? De winkeliers handelen conform de Leidse verordening.
„Wij hebben destijds afgesproken dat er in Leiden veertien koopzondagen zijn toegestaan. Voor de toeristische binnenstad hebben we daarop, zoals ook in andere gemeenten, een uitzondering gemaakt. Daar mogen de winkels elke zondag open. De meeste ondernemers doen dat niet. Zij hebben met elkaar afgesproken dat zij slechts de laatste zondag van de maand de deuren openen.
Aan dat compromis wordt nu gesleuteld door Albert Heijn. Wij vinden dat jammer. Daarom heb ik de wethouder zijn mening gevraagd. Als onderlinge afspraken tussen winkeliers niet werken, moet je wellicht komen tot een herziening van de verordening.”