Zonder hoop
„Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.”
Mattheüs 5:3Weet u er al van af, als een arme, naakte bedelaar Hem te smeken dat Hij u dekken wil met de klederen van Zijn gerechtigheid en dat Hij Zich aan uw ziel met Zijn verrijkende genade, als een aalmoes schenken wil? Is dit nog vreemd voor u, dan bent u nog zonder gegronde hoop van zaligheid. U bent dan nog niet op de eerste trap van de armoede van de geest. Daarom bent u nog ver van het Koninkrijk van God.
Zo u dat Koninkrijk nog mist, behoort u nog tot het rijk van satan. Dat rijk is vol gebrek en armoede. Acht dan maar vrij de aardse rijkdom boven de geestelijke armoede, maar weet dat u verloren zult gaan met al uw rijkdommen, waarop u hier uw geluk en zaligheid hebt gesteld. Al mocht u wensen dat al uw goederen in goud werden veranderd, dan zult u nog uw dwaze keus voor eeuwig moeten beklagen.
Ach, dat u door Gods genade bewerkt werd tot die armoede van geest uit onze tekst. Smeek Hem om die rechte kennis van uw armoede, waar de wereld zo stekeblind voor is. Word meer overtuigd van uw naaktheid en onmacht ten goede en van de noodzakelijkheid om Jezus te moeten hebben. Zoek het gezelschap van deze armen van geest, die door de wereld wel veracht worden, maar voor God dierbaar zijn. Vraag hen naar de weg tot de zaligheid.
Johannes Barueth,
(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)
predikant te Dordrecht