Tot die „buitengewone” conclusie komen de auteurs van het vijfde deel van de boekenserie ”Studiebijbel”, een commentaar op het Bijbelboek Kronieken. Het deel verschijnt deze week.„Het Bijbelboek Kronieken is geschreven in de Perzische tijd”, vat oudtestamenticus prof. dr. M. J. Paul, een van de auteurs, samen. „Dit gaf aanleiding tot de bestudering van de Joodse tijdrekening.”

De Joodse tijdrekening is volgens prof. Paul gebaseerd op het geschrift ”Seder Olam Rabbah”, „het boek van de orde van de wereld”, vervaardigd door rabbi Yose ben Halafta (gestorven in 160 na Christus). Ben Halafta heeft volgens prof. Paul bewust de interpretatie van de zeventig jaarweken in Daniël 9 aangepast, om uit te komen bij Bar Kochba. „Historisch gezien abnormaal, dat hij de Perzische periode zo sterk inkortte”, aldus prof. Paul.

„Dit is ook in Joodse kring inmiddels toegegeven. Het lijkt aannemelijk dat men hierdoor de tweede ballingschap kon verklaren en zo ook een weerwoord had tegen christenen die Daniël 9 betrokken op Christus”, verklaart prof. Paul.

Simon bar Kochba was een Joodse verzetsleider, die tussen 132 en 135 na Christus de staat Israël vestigde, na een opstand tegen de Romeinen. Door deze daad werd hij door veel tijdgenoten gezien als de Messias.

De Aramese naam Bar Kochba betekent ”zoon van de ster”. Verschillende rabbijnen dachten dat hierdoor Numeri 24:17 in vervulling ging: „Een ster zal opkomen uit Jakob.” Na het mislukken van de opstand tegen de Romeinen is de naam Bar Kochba in de rabbijnse lectuur gewijzigd in Bar Kozba: ”zoon van leugens”.