Ophef in politiek na infiltratie Marokko
Politiek Den Haag neemt de kwestie van de Rotterdamse spionagezaak hoog op. In het tv-programma NOVA verklaarde oud-GroenLinks-Kamerlid Rabbae donderdagavond al in de jaren tachtig onder druk te zijn gezet vanuit Marokko.
De Kamer houdt volgende week een spoeddebat over de kennelijke infiltratie in Nederland door de Marokkaanse veiligheidsdienst. De vier Kamerleden van Marokkaanse afkomst, Azough, Dibi (beiden GroenLinks), Arib en Bouchibti (beiden PvdA), geven aan nooit benaderd te zijn. Ze reageren op het Rotterdamse PvdA-raadslid El Haji, die donderdag stelde dat ook Nederlandse parlementariërs van Marokkaanse origine door de inlichtingendienst van Marokko onder druk zouden zijn gezet.Oud-SP-Kamerlid Lazrak zegt nooit een verzoek uit zijn geboorteland te hebben ontvangen om inlichtingen te geven. Hij sluit echter niet uit dat hij, in de vele gesprekken die hij als volksvertegenwoordiger „met Jan en alleman” voerde, wel eens informatie heeft doorgegeven die in Marokko is terechtgekomen.
In het tv-programma NOVA zei oud-GroenLinks-Kamerlid Rabbae dat hij in de jaren tachtig, toen hij nog directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders was, wel degelijk onder druk gezet is om positiever over de toenmalige Marokkaanse koning, Hassan II, te spreken. Toen hij daar niet op inging, werd in Marokko zijn oudste zus opgepakt en enige tijd gevangengezet.
Donderdag werd verder bekend dat na het ontslag van de Rotterdamse politieman van Marokkaanse afkomst, wegens het leveren van informatie aan de Marokkaanse inlichtingendienst, minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) zijn beklag heeft gedaan bij de Marokkaanse autoriteiten. Die hebben daarop twee diplomaten teruggeroepen uit Nederland, die een rol hebben gespeeld in de betreffende zaak.
De kwestie kwam donderdag in de Tweede Kamer regelmatig ter sprake tijdens de algemene beschouwingen. Volgens de PvdA moet de ambassadeur van Marokko publiekelijk worden aangesproken. PVV-leider Wilders wil dat hij het land wordt uitgezet.
Dat landen als Marokko en Turkije invloed proberen uit te oefenen op migrantengemeenschappen is al langer bekend. Doel is veelal grip te houden op die groepen. Recent is daar de doelstelling bijgekomen om informatie te krijgen over moslimextremisme.