Kerk & religie

Een kerkvader die meer bestudeerd moet worden

Zijn adagium ”Buiten de kerk geen enkel behoud” kreeg grote bekendheid. Maar wie Cyprianus was en waar hij verder voor stond, dat zullen niet zo heel veel mensen meer weten. Op een congres aan de Vrije Universiteit in Amsterdam wordt morgen uitvoerig bij deze „inspirerende bisschop en martelaar” stilgestaan.

A. de Heer
11 September 2008 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 06:21
BAKKER...terechte belangstelling...Foto RD, Sjaak Verboom
BAKKER...terechte belangstelling...Foto RD, Sjaak Verboom

Zondag is het 1750 jaar geleden dat de kerkvader Cyprianus met het zwaard om het leven werd gebracht - op 14 september 258. Aanleiding voor het in juni gestarte interuniversitair Centrum voor Patristisch Onderzoek om een congres aan hem te wijden, met als thema ”„Aanstichter en vaandeldrager van het christendom - Cyprianus’ 1750e sterfdag herdacht”.De rond het jaar 200 geboren Cyprianus is tien jaar lang bisschop geweest in het Noord-Afrikaanse Carthago. Hij kreeg met heel wat tegenstand te maken, zegt dr. Henk Bakker, die morgen dagvoorzitter zal zijn. „Cyprianus was nog maar een paar jaar christen toen hij tot bisschop werd benoemd. Dat stuitte op nogal wat verzet.”

Ook het feit dat hij onder de vervolgingen door keizer Decius, rond 250, naar een eenzaam oord vluchtte, werd de kerkvader door sommigen zeer kwalijk genomen. „Terwijl hij juist vanaf die plaats veel voor de christenen heeft gedaan. Cyprianus is altijd een herder voor zijn schapen gebleven.”

Dat wil zeker niet zeggen dat hij die schapen paaide. Bakker: „Er waren in zijn tijd nogal wat mensen die het christelijk geloof verloochenden. Soms kregen zij een bewijs dat zij voor het beeld van de keizer hadden geknield. Wat gebeurde? Er ontstond een handel in bewijzen: mensen konden zo’n bewijs kopen, zodat ze in Carthago konden blijven en het geloof toch niet echt hoefden af te zweren. Toen de vervolgingen voorbij waren, wilden ze weer naar de kerk terugkeren. Ze kregen daarvoor nogal eens verklaringen van martelaren. Op grond van de verdiensten van de martelaren zouden de ’afvalligen’ weer mogen terugkeren. Maar Cyprianus stak daar een stokje voor, hij moest daar niets van hebben.”

Kerkbestuur
En zo waren er nogal wat zaken waar hij in de tien jaar dat hij bisschop was, tegenaan liep, aldus Bakker, onderzoeker bij het Centrum voor Patristisch Onderzoek en docent aan de Christelijke Hogeschool Ede alsook het Baptistenseminarium in Barneveld. „Cyprianus kreeg te maken met vervolgingen, ’afvalligen’, martelaarschappen, discussies rond de vraag hoe er met de doop van ketters omgegaan moest worden. En dan vraag je je echt wel eens af: Hoe is het mogelijk dat hij onder dit alles staande kon blijven?”

Met instemming verwijst Bakker naar een artikel van R. C. Bakhuizen van den Brink, dat deze schreef ter gelegenheid van de 1700e sterfdag van Cyprianus. Daarin stelde de literatuurcriticus, filosoof en historicus dat deze kerkvader beslist meer bestudeerd diende te worden.

Bakker: „Cyprianus ging bijvoorbeeld ook een geheel eigen weg waar het ging om de vraag hoe de kerk bestuurd moest worden. Hij pleitte ervoor dit als gezamenlijke bisschoppen te doen, waarbij het primaat dus niet zonder meer bij de bisschop van Rome lag. Toen er een keer een besluit moest worden genomen in Noord-Afrika, werd dit een besluit waar de bisschop van Rome niet mee instemde. Wat dit betreft, kan de Rooms-Katholieke Kerk zich voor het primaat van Rome niet zomaar op Cyprianus beroepen.”

Cyprianus heeft ons op het punt van het kerkbestuur zeker nog iets te zeggen, geeft de baptistentheoloog aan. „De kerk is opnieuw een minderheid geworden. En wie spreekt er namens de gezamenlijke kerken? Cyprianus’ idee was dat de diverse bisschoppen, hoezeer zij ook van elkaar verschilden, toch de eenheid zouden bewaren en gezamenlijk hun stem lieten horen in de samenleving.”

In dit opzicht lijkt het onlangs door PKN-synodepreses ds. G. de Fijter geopperde idee van een nationale synode van alle protestantse kerken in Nederland zo vreemd nog niet.
„Bij Cyprianus liggen inderdaad genoeg grondstoffen om zo’n synode vorm te geven, ja. Zoals hij ook op andere terreinen genoeg te vertellen heeft.”

Wat dit betreft, zegt Bakker, was Cyprianus een van de laatste vroegchristelijke schrijvers „bij wie je het gevoel hebt: hem kun je als christen in zowel de reformatorische traditie als in de rooms-katholieke traditie lezen en waarderen. Of een gezamenlijk congres over hem organiseren. Cyprianus was toch wel een van de vaders van het grondwoord katholiek. Kom je vervolgens bij Augustinus, de bisschop van Hippo, dan wordt de atmosfeer al wat meer rooms-katholiek.”

Is er veel belangstelling voor het congres? „Het is toch wel dermate specialistisch dat we blij zijn als er vijftig mensen komen. Maar ik verwacht zeker dat er belangstelling voor is. En dat is in mijn ogen ook meer dan terecht.”


Eerste bundel CPO
Op het Cyprianuscongres, morgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, voeren tal van onderzoekers het woord. Zo spreekt dr. Henk Bakker over Cyprianus als ”„Aanstichter en vaandeldrager” van het christendom”, dr. Paul van Geest over ”Augustinus’ en Cyprianus’ streven naar oprechtheid in de kerk”, dr. Aza Goudriaan over ”De calvinistische Cyprianus” en dr. Gert Mink over ”De actualiteit van het adagium van Cyprianus”. Aanvankelijk zou ook prof. dr. A. van de Beek spreken, over ”De doop bij Cyprianus”, maar deze is verhinderd.

De lezingen vormen, aldus dr. Bakker, de grondstoffen voor de eerste bundel van het Centrum voor Patristisch Onderzoek (CPO). Deze –Engelstalige– bundel verschijnt komend voorjaar mogelijk in de Leuvense reeks ”Late Antique History and Religion” (LAHR). Ook het referaat dat prof. Van de Beek zou houden, wordt hierin opgenomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer