De Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) doet er daarom goed aan te gaan praten met de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) over hoe om te gaan met homoseksuele leerkrachten en leerlingen, schrijft Plasterk in een brief aan de Tweede Kamer.In een reactie geeft de VGS aan reeds enige tijd geleden contact te hebben gezocht met de commissie. Dat zal later tot een inhoudelijk gesprek leiden.

Plasterks brief aan de Kamer bevat zijn officiële reactie op de visienota (homo)seksualiteit die de VGS voor de zomer naar buiten bracht. De bewindsman heeft waardering voor de nota. Dat refoscholen het bestaan van homoseksualiteit erkennen en naastenliefde tot uitgangspunt nemen voor hun beleid en handelen, noemt de minister „zeer positief, een voorbeeld voor alle scholen.”

Toch signaleert hij, zoals hij in juni ook al in deze krant opmerkte, in het personeels- en leerlingenbeleid van reformatorische scholen een knelpunt. Leerkrachten die een relatie hebben met iemand van hetzelfde geslacht én daarin, na pastorale hulp en zorg, volharden, kunnen niet worden gehandhaafd omdat hun benoeming strijdt met de grondslag van de school, schrijft de VGS in haar visienota.

In dat geval zal „vanuit het principe van goed werkgeverschap gezocht worden naar een passende oplossing binnen de wettelijke kaders.” Ook als leerlingen een homoseksuele relatie aangaan en daarbij blijven „kunnen maatregelen aan de orde zijn”, meldt de visienota.

Volgens Plasterk krijgt de grondslag van reformatorische scholen op die wijze „te veel het karakter van een serie leef- en gedragsregels.”