Kerk & religie

Iran uniformeert ‘bloedgeld’-regel

Het Iraanse parlement heeft deze week ingestemd met een wet die bepaalt dat het ’bloedgeld’ dat moet worden uitgekeerd als een Iraniër wordt gedood of verwond, gelijk dient te zijn voor moslims en niet-moslims. Critici reageren sceptisch. „Hiermee is nog lang geen gelijkberechtiging bereikt tussen niet-moslims en moslims of tussen man en vrouw.”

Kerkredactie
5 November 2002 11:46Gewijzigd op 13 November 2020 23:55
TEHERAN - Op de weg tussen het vliegveld van Teheran en de hoofdstad zelf staat het Iraanse vrijheidsbeeld. Het staat symbool voor het eigene van het land, maar tegelijk voor de binding aan de islam. Het Iraanse parlement stemde deze week in met een wet d
TEHERAN - Op de weg tussen het vliegveld van Teheran en de hoofdstad zelf staat het Iraanse vrijheidsbeeld. Het staat symbool voor het eigene van het land, maar tegelijk voor de binding aan de islam. Het Iraanse parlement stemde deze week in met een wet d

Tot nu toe is het zo dat een moordenaar van een Iraanse moslim een bedrag van omgerekend gemiddeld 18.800 euro moet betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer. Is de vermoorde man geen moslim maar bijvoorbeeld een Jood of een christen, dan hoeft de moordenaar in het ene islamitische land maar de helft van dat bedrag te betalen. In een ander land, zoals Iran, was dat tot nu toe eentwaalfde.

Jenno Sebök van de stichting Open Doors uit Ermelo, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen wereldwijd, noemt de maatregel vooral kosmetisch van aard. „De islamitische wetgeving, de sharia, blijft onaangetast; ze wordt slechts op een onderdeel genuanceerd. Dergelijke aanpassingen doen niets af van de sharia. De vier rechtsscholen binnen de islam kennen wel kleine varianten, maar gaan principieel uit van de sharia als rechtsnorm. En die verandert niet.”

De conservatieve Raad van Hoeders, die in Iran de dienst uitmaakt, moet nog wel met de wet instemmen. Ayatollah Ali Khamenei, de hoogste leider van Iran, heeft zijn zegen er echter al aan gegeven.

Het enige Joodse lid van het Iraanse parlement, Maurice Motamed, zei verheugd te zijn over de wet, maar benadrukte dat minderheden ook op andere terreinen gelijkheid nastreven. Zo zouden volgens hem niet-moslims het recht moeten krijgen om in rechtszaken te getuigen en bij overheidsorganisaties te werken.

Een ander hervormingsgezind parlementslid, Elaheh Koulaee, kondigde meteen aan een voorstel in te gaan dienen om de hoogte van het ’bloedgeld’ ook niet langer te laten afhangen van het geslacht van het slachtoffer. Nu hoeft de moordenaar van een vrouw maar eentwaalfde te betalen van het bedrag dat de moordenaar van een man moet neertellen, zelfs al was die vrouw een moslim.

Ook de familie van de in 1994 vermoorde Haik Hovsepian, wiens weduwe recent Nederland bezocht, krijgt het hele bedrag, als het goed is, te zijner tijd uitgekeerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer