Markus 10:21Wil men hopen op goede grond zalig te worden? Dat is niet te verkrijgen, dan door af te zien van alles wat buiten God en Christus is. De goederen dienen als onwaardig in zichzelf aangemerkt te worden. Men moet ze bezitten alsof men ze niet bezat. Men moet gewillig zijn om ze tot eer van God en ten nutte van anderen te gebruiken en ze gewillig laten varen als Jezus daartoe oproept. Zo moet men met blijdschap de beroving van zijn goederen aanzien. Is dat er niet, maar, integendeel, een verkleefdheid aan de goederen, een bouwen en vertrouwen daarop, o, men zal niet in de hemel komen.

Geestelijk moet dit bevel ook gehoorzaamd worden. De koopman die de parel van grote waarde vond, ging heen en verkocht alles wat hij had. Dat betekent dat hij al het eigene afstond. Wil men Jezus verkrijgen, wil men zalig worden, men moet afzien van zichzelf, van alle eigenliefde. Zijn eigengerechtigheid moet men verzaken.

Men moet niet zijn eigen gerechtigheid hebben, noch de gerechtigheid die uit de wet is. Neen, al die dingen moeten schade en drek geacht worden. Men moet geestelijk arm worden, geheel ontbloot. Die alleen zijn zalig, tot hen wil God zich wenden.

Cornelis van Vollenhoven

(”De waarheid in het binnenste”, 1759)