„Christendom begint met schuldbelijdenis”
Hoe reageren wij op de nood van onze tijd? „Er is behoefte aan bidders als Nehemia”, aldus ds. M. Vlietstra uit Zeist. Hij sprak gisteren tijdens de jaarlijkse zendingsdag van de christelijke gereformeerde kerk in Elburg.
Volgens de christelijke gereformeerde emeritus predikant is de geestelijke nood van onze tijd duidelijk. „Het leven is platvloers en het draait om stoffelijke dingen, genotzucht, modezucht en sportverdwazing. De misdaad tiert welig. Ook de nood van de kerk is groot, zowel op het gebied van de leer als op dat van het leven. We kunnen ons verliezen in geklaag over de benauwde tijd, maar dat is te gemakkelijk en helpt niet. Klagen is dikwijls vrijblijvend en goedkoop. Ook het afschuiven van de schuld op anderen, zonder zelf mee te lijden, is niet goed.”Hoe moet het dan wel? Ds. Vlietstra: „Echt christendom begint altijd met de belijdenis van persoonlijke schuld en algemene schuld. Er is behoefte aan bidders als Nehemia, die de zonden van zijn volk beleed als de zijne. In een ootmoedig gebed erkende hij dat God geen blaam trof. God had zelfs beloften van herstel gegeven. De oorzaak dat die beloften niet in vervulling waren gegaan, lag niet bij God maar bij Israël.”
Ds. Vlietstra wees erop dat Nehemia niet alleen ootmoedig was, maar ook vrijmoedig. Hij liet God niet los. „God wordt verheerlijkt in een schuldbelijdenis die overgaat in het aangrijpen van Gods uitgestoken hand.”
Ds. M. A. Kempeneers, de plaatselijke predikant, opende de zendingsdag met een meditatie over het grote avondmaal (Lukas 14:15-24). De mensen die werden uitgenodigd, wilden niet komen. Ook nu zijn er mensen die het aanbod van Gods genade afwijzen, zei hij. Ze willen geen gehoor geven aan de eis tot bekering en de oproep tot geloof. „Ze zijn wel overtuigd van het nut van de bekering, maar als puntje bij paaltje komt, is er geen plaats voor het Evangelie. Het komt doordat ze geen werkelijk besef hebben van de diepste nood, hun doodstaat, ook al weten ze dat wel met hun verstand. Daarom geven ze voorrang aan de dingen van het dagelijkse leven.”
De gedachten ”het moet je gegeven worden” en ”God moet het doen” kunnen tot leugens worden als mensen die als uitvluchten gebruiken om zich niet te bekeren, aldus ds. Kempeneers. Hij wees erop dat de deur naar de feestmaaltijd een keer dichtgaat. „De Heere neemt het mensen kwalijk als ze op zo’n grote zaligheid geen acht slaan. Als mensen niet willen, zullen ze eenmaal voor Gods straffen beven.”
Wie zijn welkom? „Niemand hoeft aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Kreupelen die niet zelf kunnen lopen, zijn welkom. Blinden die de weg niet weten, zijn welkom. Moordenaars mogen ook komen. Er is geen bezwaar om te komen, zelfs al hebben mensen de stank van zonden in hun kleren. Ze moeten met hun zónden vluchten naar de Heere Jezus, en niet met hun bevindingen en hun tranen.”
’s Middags spraken ds. J. M. J. Kieviet, christelijk gereformeerd predikant te Dordrecht, en ds. P. de Vries, hersteld hervormd predikant te Waarder.