Vertillen mag niet - letterlijk en figuurlijk
Als collega’s met vakantie zijn, hebben de achterblijvers een nogal dubbel gevoel. Ze moeten (lastige) klanten die voor hun collega’s bellen tevredenstellen, moeten het (overgebleven) werk met minder mensen doen en dat bij soms (zeer) hoge temperaturen.
Hoe zit het nu met de arbokant hiervan? Wat kan en mag van de achterblijvers worden verlangd?Vooropgesteld moet worden dat de arboregels -de vele en vaak gedetailleerde regels met betrekking tot veiligheid en welzijn op de werkvloer- ook in de zomer en tijdens een vakantieperiode van toepassing zijn. Uit recent onderzoek is gebleken dat bijvoorbeeld de tilnorm vaak wordt overschreden. Vorig jaar nog oordeelde de Hoge Raad dat de werkgever in zo’n geval aansprakelijk is voor de door een werknemer geleden schade.
In deze zaak had een werknemer zich letterlijk vertild aan het sjouwen van een zware oven. De gevolgen hiervan, ernstige rugklachten, werden de werkgever aangerekend, omdat de oven -die door vier werknemers werd getild- zwaarder was dan op grond van de tilnorm was toegestaan. De werkgever moet erop toezien dat werknemers door onderbezetting zich niet vertillen. Eventueel moeten bepaalde klussen maar wachten tot er meer personeel terug is van vakantie.
Comfortabel klimaat
Over de maximale temperaturen op het werk is een afzonderlijke norm opgenomen in de arbowetgeving. De werkgever moet ervoor zorg dragen dat het klimaat in de werkomgeving comfortabel is. Het antwoord op de vraag wat onder comfortabel moet worden verstaan, wordt uitgedrukt in een zogenoemde PMV-index. Die wordt bepaald door verschillende factoren: de temperatuur, de stralingstemperatuur, de luchtvochtigheid, de luchtsnelheid, de te verrichten werkzaamheden en de kledingisolatie.
De laatste twee factoren hangen nogal af van het werk dat moet worden uitgevoerd en hoe men daarbij gekleed moet gaan. In de praktijk wordt wel gesteld dat het binnenklimaat behaaglijk is als de PMV-index tussen de 0,5 en de -0,5 ligt of als minder dan 10 procent van de werkzame personen klachten over het klimaat zal hebben. Deze grenzen zijn niet echt hard. De werkgever moet voor het grootste deel van de werktijd aan de norm voldoen. En bij overmacht, zoals een extreem warme zomer, gaat de werkgever ook vrijuit.
In de praktijk worden voor het gemak (onder meer door FNV Bondgenoten) wel de volgende vuistregels ten aanzien van temperatuur gehanteerd. Voor:
(zittend) kantoorwerk geldt een maximum temperatuur van 30 graden;
licht werk geldt een maximumtemperatuur van 28 graden;
intensief werk geldt een maximumtemperatuur van 26 graden, mits er een voelbare luchtstroom is; anders maximaal 25 graden;
zeer intensief werk is de maximumtemperatuur 25 graden met een voelbare luchtstroom en 23 graden zonder luchtbeweging.
Niet naar huis
Als er sprake is van een overschrijding van de temperatuur, is het niet zo dat de werknemers naar huis mogen. De werkgever zal zich wel moeten inspannen om het klimaat op een acceptabeler niveau te krijgen en de belasting van werknemers te beperken. Denkbare maatregelen zijn: korter werken, zo kort mogelijk aaneengesloten werken, pauzeren in koele ruimtes, aangepaste kleding, extra ventilatie, veel (sportdrank) drinken, luchtkoelingstechniek installeren voor een meer structurele aanpak.
De werkgever zal er daarbij wel voor moeten waken dat werknemers zich zodanig gaan kleden -ontbloot bovenlijf, korte broek, dragen van slippers- dat hun veiligheid in gevaar komt. Denk aan de noodzakelijke herkenbaarheid van werknemers die langs de openbare weg bezig zijn, of werknemers die met machines moeten werken.
Ook moet bij werkzaamheden in de openlucht worden gewaakt voor een te lange blootstelling aan uv-straling. In dat verband verdient het aanbeveling werknemers tussen 12.00 en 15.00 uur zo min mogelijk in de volle zon te laten werken en hen verder zo veel mogelijk af te schermen tegen het directe zonlicht, bijvoorbeeld door het laten dragen van een helm of pet met achterflap. Kortom, in de zomertijd dienen werkgevers extra waakzaam te zijn.
De auteur is hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Reageren aan scribent? socialezaken@refdag.nl.