Embryoselectie - goed, beter of best?
Vicepremier Bos noemde de eerste brief van staatssecretaris Bussemaker over embryoselectie „goed.” Haar tweede brief betitelde de bewindsvrouw zelf als „beter.” Maar is de brief ook de best mogelijke? De Tweede Kamer velt woensdag een oordeel.

Drie brieven spelen een hoofdrol in het embryodebat. De eerste werd op 26 mei verstuurd door staatssecretaris Bussemaker. Daarin stelt ze voor om bij een aantal erfelijke vormen van kanker, die zich mogelijk in het leven van iemand zullen voordoen, embryoselectie toe te staan.Daarop stuurde vicepremier en ChristenUnievoorman Rouvoet een zogenaamde blauwe brief. Dat is een brief tussen bewindslieden onderling, een brief die ambtenaren niet mogen lezen. De vicepremier was boos omdat de eerste brief van Bussemaker was verstuurd zonder overleg met het kabinet. Na wat politiek gesteggel bereidden Bussemaker, Rouvoet en minister Klink een advies voor. Op 27 juni ging een nieuwe brief van Bussemaker naar de Kamer.
Op welke onderdelen is de jongste brief van Bussemaker nu „beter” dan de eerste? Er zijn ten minste drie zaken te noemen.
Allereerst heeft het kabinet een aantal criteria vastgesteld waarbinnen pre-implantatie genetische diagnostiek -zoals embryoselectie officieel heet- mag plaatsvinden. Het belangrijkste criterium gaat over het risico dat een gendrager een erfelijke ziekte ook daadwerkelijk krijgt. Voor sommige ziekten staat dat vrijwel vast en in die gevallen mag het. Dat is nu ook al het geval. Voor ziekten waarvan de kans bestaat dat deze zullen ontstaan, legt het kabinet vast dat selectie alleen mag als de kans op deze ziekte net zo hoog is als voor de eerstgenoemde ziekten. Met andere woorden: alleen bij een individueel zeer hoog risico mag embryoselectie worden toegepast. Daarmee wil het kabinet een glijdende schaal voorkomen.
In de tweede plaats komt er een landelijke richtlijnencommissie die beoordeelt welke ziekten in de toekomst mogelijk voor embryoselectie in aanmerking mogen komen. Deze commissie, waarin uitsluitend deskundigen zullen plaatsnemen, moet jaarlijks aan de overheid rapporteren, zodat die de ontwikkelingen op de voet kan volgen.
Tot slot valt te noemen dat elk ziekenhuis dat zich in de toekomst met embryoselectie bezighoudt, een commissie moet hebben die elk geval individueel beoordeelt.
Is de nieuwe brief van Bussemaker ook de beste? Het uitgangspunt van de beoordelaar bepaalt of deze vraag bevestigend dan wel ontkennend wordt beantwoord. Grofweg zijn er vier vertrekpunten mogelijk. Het eerste, dat woensdag is ingenomen door de seculiere partijen als VVD, GroenLinks en D66, is dat de overheid zich helemaal niet mag bemoeien met deze kwestie. Zij vinden de criteria die het kabinet opstelde voor embryoselectie daarom te betuttelend en zijn meer gecharmeerd van de eerste brief van Bussemaker.
De tweede optie is dat de overheid best regels mag stellen, maar wel op afstand. Dat is het standpunt van de PvdA. Als de partij het alleen voor het zeggen had, zou de tweede brief van Bussemaker meer het karakter van de eerste brief hebben gehad. Maar omdat de PvdA in een coalitie zit met CDA en ChristenUnie, zal de partij de uitgestippelde lijn van Bussemaker volgen.
Het derde vertrekpunt is dat het leven beschermwaardig is vanaf de bevruchting, maar dat er vanuit coalitiebelang een compromis nodig is. Zo bezien voldoet de brief niet aan het ideaal, maar gezien de politieke realiteit valt ermee te leven. Op dat standpunt staan met name coalitiepartners CDA en ChristenUnie. Degenen die deze benadering kiezen, stemmen -met meer of minder pijn in het hart- in met deze brief. Het is the next best, zogezegd.
Tot slot kan een beoordelaar als uitgangspunt nemen dat voor geen enkele vorm van embryoselectie ruimte moet zijn en dat er op dit punt geen enkel politiek compromis gesloten mag worden. Dat standpunt is woensdag vertolkt door SGP-Kamerlid Van der Vlies. Die vindt selectie op een ziekte waarvan categorisch vaststaat dat een drager deze krijgt, al een stap te ver. De afspraak dat ook voor andere erfelijke vormen van kanker de deur opengaat, is voor de staatkundig gereformeerden onder geen beding acceptabel. Van der Vlies wist het al vóór de tweede brief van Bussemaker naar de Kamer ging: „De wissel is om.”