Economie

OESO scherpt regels pensioenfondsen aan

Bestuurders van pensioenfondsen kunnen binnenkort persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor hun fouten. Dat moet de rechten van huidige en toekomstige gepensioneerden beschermen. Dat is een van de richtlijnen die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) donderdag naar buiten heeft gebracht.

ANP
25 October 2002 10:42Gewijzigd op 13 November 2020 23:54

De leden van de OESO, een instelling van dertig industrielanden waaronder Nederland, hebben een pakket van twaalf richtlijnen inmiddels aanvaard. De volgende stap is dat de landen afzonderlijk deze regels in hun nationale regelgeving overnemen, aldus de OESO.

Het pakket komt neer op een forse aanscherping van de huidige richtlijnen. Als de bestuurders van pensioenfondsen hun taken niet naar behoren uitvoeren, kunnen ze voor de rechter worden gedaagd.

Het inzakken van aandelenkoersen kan ook pensioenfondsen in financiële moeilijkheden brengen. Maar dat kan niet in alle gevallen op het conto van een bestuur worden geschreven. De OESO erkent dat dit een heikel punt is in de nieuwe richtlijnen. Hoe de afzonderlijke landen daarmee in hun nationale regelgeving omgaan, is een zaak van die landen zelf.

Om het belang van de richtlijnen te beklemtonen heeft de OESO de twaalf aanbevelingen intern inmiddels tot standaard verheven. Het betreft de eerste aanbeveling voor een internationale regelgeving voor vermogensbeheer door pensioenfondsen. Behalve duidelijke aansprakelijkheid voor de bestuurders, onder meer om fraude en wanbestuur te voorkomen, moet een onafhankelijke toezichthouder regelmatig controles uitoefenen.

De OESO komt met het pakket in een periode waarin de pensioenrechten van (oud-)werknemers steeds meer in de knel dreigen te geraken. De voorziene problemen worden veroorzaakt door de aanhoudende koersdalingen op de internationale effectenbeurzen, die een fiks deel van de buffers van pensioenfondsen hebben weggeslagen.

Particulier beheerde fondsen zijn de grootste institutionele investeerders in veel van de aangesloten landen, ook in Nederland. In het jaar 2000 beheerden zij bijna 30 procent van de financiële bezittingen, aldus de OESO.

De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK), de toezichthouder, stelt dat de OESO-richtlijnen geen consequenties hebben voor de situatie in Nederland. „Iedereen kan hier iedereen voor de rechter slepen. De aanbevelingen van de OESO zijn bedoeld om het bestuur van de fondsen professioneler te maken. Daarmee zijn wij al bezig.”

Actuaris L. Roodbol van Ernst & Young meent dat de OESO bestuurders niet zozeer persoonlijk aansprakelijk stelt, als wel verantwoordelijk houdt. Dat is nu ook al het geval. „Echt aansprakelijk stellen lijkt me bijzonder onwenselijk. Ik zie ook niet waar de grens moet liggen: als de laatste gepensioneerde zijn geld niet krijgt? Of als het vermogen onder de dekkingsgrens komt?” Roodbol vreest dat pensioenfondsen dan nog maar moeilijk bestuurders kunnen vinden. Verzekeringspremies tegen aansprakelijkheid zouden onbetaalbaar worden.

Het ABP, Nederlands grootste pensioenfonds, kan zich voorstellen dat voor heel wat Europese landen de OESO-richtlijnen een goede zaak zijn. De Nederlandse wet- en regelgeving, Europese regels en de Verzekeringskamer die het beleid toetst, zijn voldoende. „De directie wordt altijd al op haar beleid afgerekend.” In zaken van grote fraude is er altijd sprake van persoonlijke aansprakelijkheid, aldus het ABP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer