Volgens Donner is het aantal Poolse arbeiders in Nederland op dit moment aan het afnemen. Hij voorspelt dat Nederland een „substantieel economisch verlies" zal lijden als alle Polen vertrekken.Donner reageert hiermee op een oproep van de Rotterdamse wethouders Hamit Karakus (wonen) en Dominic Schrijer (werk) om de toelatingseisen voor mensen uit Roemenië en Bulgarije niet te versoepelen. Volgens de twee kan de havenstad die toestroom niet opvangen.

Donner erkent dat het in Den Haag en Rotterdam een probleem blijft om (tijdelijke) woningen voor deze werknemers te vinden. Hij voegt daar wel aan toe dat het versoepelen van de eisen aan onder andere Polen destijds niet tot een grotere toestroom van werknemers uit dat land heeft geleid.

Wegens het tekort aan personeel in sommige sectoren zullen „andere wethouders uit dezelfde steden een heel ander geluid laten horen" over werknemers uit Roemenië en Bulgarije, stelt de minister bovendien.

Eerder deze week maakte het ministerie van Sociale Zaken bekend dat een aantal werknemers en kleine zelfstandigen uit Polen en andere Oost-Europese EU-lidstaten het afgelopen half jaar voor het eerst niet verder is toegenomen.

In april werkten naar schatting minimaal 100.000 Polen en andere Oost-Europeanen in Nederland. In november vorig jaar was dat getal hetzelfde. Het aantal werknemers en kleine zelfstandigen uit Roemenië en Bulgarije, die in tegenstelling tot de andere Oost-Europeanen nog wel een werkvergunning moeten hebben, neemt wel iets toe.