Kerk & religie

Calvinistisch Brugge

Je zou in Brugge niet zeggen dat deze stad ooit protestants geweest is. Rooms-katholieke kerken beheersen het beeld van de fraaie Vlaamse stad. Toch is het rooms-katholicisme er eens een verboden godsdienst geweest. Van 1578 tot 1584 domineerde het calvinisme.

J. van Reenen
12 June 2008 09:23Gewijzigd op 14 November 2020 05:57
Het historische stadscentrum van Brugge. Foto’s RD
Het historische stadscentrum van Brugge. Foto’s RD

Brugge zit vol met historische pleinen, middeleeuwse gebouwen, romantische grachten en ouderwetse stenen straten. Geen wonder dat de stad vol toeristen is, die hem wandelend, per citybus, met de paardenkoets of in de rondvaartboot verkennen. Het Belfort op de Grote Markt, de eeuwenoude Burg met het stadhuis, de oude stadspoorten, de Onze-Lieve-Vrouwekerk met het praalgraf van Maria van Bourgondië en Karel de Stoute en de 120 meter hoge toren en de vele andere bezienswaardigheden lijken zo uit de rooms-katholieke middeleeuwen te komen. Daaraan herinneren ook de publieke Maria- en Christusbeelden. Ze hebben misschien vooral een toeristische functie, maar toch.Ganzenstraat
Is er ook nog iets dat herinnert aan het calvinistische Brugge? Ludo Vandamme, historicus en conservator van de openbare bibliotheek in Brugge, neemt ons mee op een tocht door de stad. Hij weet waarover hij praat, want hij heeft een gedeelte van calvinistisch Brugge ontdekt in de archieven.

Verschillende publicaties over de hervorming in Brugge staan op zijn naam. Daarvoor deed hij ook in Nederland en Engeland onderzoek. De conservator heeft onlangs een oude druk van het werk van Gomarus, die in Brugge werd geboren, aan de boekencollectie van de stad weten toe te voegen.

Eerst gaan we naar de Ganzenstraat, een stukje van het centrum vandaan. De grote toeristenstroom gaat eraan voorbij. Het straatje oogt niet bijzonder met een diversiteit aan typen huizen, maar hier is het calvinistische Brugge wel begonnen.

„Er bestond in het midden van de zestiende eeuw een tekort aan textielwevers. Meer zuidelijk, in de omgeving van Valenciennes en Doornik, werd het calvinisme bloedig onderdrukt en de calvinisten trokken er weg. Een deel van de vluchtelingen ging naar het buitenland en anderen vluchtten naar het noorden. Zij kwamen in het als tolerant bekendstaande Brugge terecht, waar werk genoeg was. Ze vestigden zich vooral in de omgeving van de Ganzenstraat.”

Het stadsbestuur was zeer terughoudend om eigen burgers op te pakken. Burgemeester Cornelis van Baersdorp zei: „Je kunt mensen niet in hun geweten belasten.”

Vandamme: „Als de stadsbestuurders er kans toe zagen, tipten ze burgers die gevaar liepen.”

Hagenpreken
De eerste calvinistische gemeente ontstond omstreeks 1560 en telde ongeveer 150 leden. De mensen vergaderden in huizen tot het wonderjaar 1566, toen men naar hagenpreken buiten de stad ging. Inmiddels hadden zich al vooraanstaande Bruggelingen bij de calvinisten aangesloten.

We lopen naar de Grote Markt, het hart van Brugge, waar vroeger het huis Het Moriaanshoofd stond. Op die plaats staat nu een grijsblauw bankgebouw. De bewoner van het huis, Gillis Lems, herbergde calvinistische predikanten. Toen de inquisitie hem op het spoor kwam, kon hij dankzij een tip van het stadsbestuur, op tijd vluchten. In de calvinistische tijd was hij terug in Brugge.

Op een andere hoek van de Grote Markt staat het huis Antwerpen, een wit bakstenen gebouw dat dateert uit 1500. Opvallend zijn de rondboognissen in de vensters. In de reformatietijd werd het bewoond door Domyn Vaerheil, een rijke lakenkoopman. Hij bezocht de hagenpreken buiten de stadspoort, die door het stadsbestuur waren toegestaan. Toen Alva kwam, vluchtte hij naar Wezel, maar in de calvinistische tijd kwam hij terug en zat hij in het stadsbestuur. Vaerheil organiseerde de armenzorg en kocht onder andere het brood voor het heilig avondmaal van de gereformeerden.

Wijnkoopman Claes Cobrisse, een vermogend man die aan de vlakbij gelegen Vlamingstraat (nu nummer 25) woonde, reed in 1566 met zijn vrouw in vol ornaat de stadspoort uit om naar de hagenpreek te gaan. In zijn huis werden belangrijke vergaderingen van Brugse kopstukken van het calvinisme belegd. Hij kwam tijdens de calvinistische republiek in het stadsbestuur.

Vandamme merkt op dat het niet met iedereen goed afgelopen is. „Gillis Moye, die aan de Vlamingstraat 64 woonde, liet, tegen de gemaakte afspraken met het stadsbestuur in, tijdens een hagenpreek een kind dopen. Het kwam het stadsbestuur ter ore, die de speldenmaker „voor eeuwig” uit de stad verbande.”

Beeldenstorm
Na de hagenpreken volgde de Beeldenstorm, die in Zuid-Vlaanderen begon en in zeer korte tijd overwaaide naar het noorden. De Beeldenstorm heeft in Brugge niet plaatsgevonden.

In 1567 kwam de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Hij stelde de Raad van Beroerten in. Commissarissen vervaardigden een lijst met de namen van honderd verdachte personen uit Brugge. Een klein aantal van hen is terechtgesteld. De meesten wisten tijdig te vluchten.

Vandamme: „Onder die honderd namen bevonden zich mensen die in de textiel werkten en uit Zuid-Vlaanderen afkomstig waren, evenals kooplui die handelscontacten hadden in Brugge. Er waren geen poorters bij met traditionele ambachten, en geen namen van mensen die al langer in Brugge gesetteld waren en geen contacten buiten de stad hadden. De weifelende middengroep, die niet direct partij koos, was het grootst.”

Aan de Eiermarkt woonde Godefroot Slabbaert. Hij ging als een van de weinige Bruggelingen in op de eis om voor de Raad van Beroerten te verschijnen. Hij werd in het Brugse Steen gevangengezet, maar wist met hulp van drie bevrijders te ontsnappen. De namen van de bevrijders werden bekend en zij lieten het leven. Nakomelingen van Slabbaert wonen nu in de Verenigde Staten en Australië en kwamen via familiekundig onderzoek bij hun verre voorvader in Brugge terecht.

Pacificatie van Gent
Na 1567 bleven de calvinisten in het geheim samenkomen en hun aantal nam toe. Brugge sloot zich niet aan bij de Opstand van 1572. De Pacificatie van Gent heeft meer invloed gehad. „De partijen in het altijd zo tolerante Brugge kwamen toen scherper tegenover elkaar te staan. Uit vrees voor Spanje protestantiseerde en radicaliseerde de stad in snel tempo. Mensen moesten partij kiezen en de grote middengroep verdween. In 1578 koos men voor de opstand en toen ontstond de calvinistische republiek.”

Alexander Farnese, hertog van Parma, de Spaanse landvoogd in de Nederlanden, sloot met een aantal zuidelijke gewesten de Unie van Atrecht. De noordelijke gewesten verenigden zich in de Unie van Utrecht, waarbij Brugge zich samen met Vlaamse steden als Antwerpen, Gent en Ieper bij de unie aansloot.

Vanaf 1581 werd de openbare uitoefening van de rooms-katholieke godsdienst verboden en waren alle kerken in handen van de calvinisten. In totaal zijn er 25 predikanten aan de Brugse kerken verbonden geweest. Zo’n tien tot vijftien dienden er tegelijk.

Vandamme vraagt zich af hoe diep het calvinisme zat. „In de structuren was Brugge weliswaar een protestantse plaats, want zowel de stadsregering als de kerken en het onderwijs waren in hun handen, maar dat wil niet zeggen dat de bewoners allemaal die overtuiging hadden. In de noordelijke Nederlanden heeft het eeuwen geduurd voordat het grootste deel van de bevolking echt calvinist was. In 1584 waren 4000 van de 29.000 inwoners van Brugge protestants.”

Perez de Malvenda
Vandamme wijst naar het prachtige huis Perez de Malvenda aan de Spanjaardstraat. „Hier woonde in die tijd Jacob de Brouqsaux. Hij was een vermogend makelaar die veel met Engelse kooplui optrok, die hem mogelijk hebben overgehaald tot het protestantisme. Tijdens het calvinistische bewind was hij eerst lid van het revolutionair comité, vervolgens schepen en tussen 1580 en 1582 eerste burgemeester van Brugge. Hij stelde alles in het werk om de calvinistische kerk uit te bouwen, richtte zich tot Londen om predikanten te beroepen en toonde zich een ijverig opkoper van rooms-katholiek kerkelijk goed dat verbeurd verklaard werd. Hij ontvluchtte de stad na de overname in 1584 en ging naar Middelburg.”

In 1582 heeft Willem van Oranje Brugge bezocht. Hij logeerde toen in het Prinsenhof, dat nu een vijfsterrenhotel herbergt. De straten waren ter ere van het bezoek versierd met triomfbogen. Twee vreemdelingen die zich verdacht ophielden in de buurt van het Prinsenhof werden gearresteerd en ter dood veroordeeld op verdenking van een moordaanslag op Oranje, die toen door Filips II vogelvrij verklaard was. Het is de vraag of ze werkelijk van plan waren de prins te doden.

Overgave
Het zag er steeds donkerder uit voor de opstandelingen. Parma veroverde de ene stad na de andere in de zuidelijke Nederlanden. Vincent Sayon uit de Vlamingstraat was een van de schepenen die met Parma onderhandelden over overgave van de stad, die korte tijd later plaatsvond.

Na de overgave kregen de calvinisten twee jaar de gelegenheid om de stad te verlaten. Ze vestigden zich massaal in de noordelijke Nederlanden. Brugge werd weer een voluit rooms-katholieke stad en is dat gebleven. Maar de overblijfselen van het calvinisme zijn er nog steeds.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer