Geen krimp bij windkracht 10
De verhalen zijn uitermate geschikt om verteld te worden bij een hoog oplaaiend kampvuur. En zeker bezitters van een ”De Waard” zullen dan stiekem een blik over de schouder werpen richting hun vakantieonderkomen. Want zeg nou zelf, wie zou niet trots zijn op een tent die zelfs bij windkracht 10 geen krimp geeft. Kwaliteit, daar draait het om bij De Waard-tenten. Een potentiële klant: „Dit merk staat gelijk aan Mercedessen en BMW’s.”
Het gebeurde afgelopen zomer, aan de oevers van het Gardameer. Een windhoos en hagelstenen zo groot als tennisballen geselden een aantal campings in Noord-Italië. De schade was enorm: vernielde auto’s, bungalowtenten in bomen, zwaarbeschadigde caravans. De tent -inderdaad, een De Waard- van Jan-Pieter Hazenberg uit IJmuiden bleef overeind. Hij en zijn vrouw Christa verleenden na de ramp onderdak aan een dakloos geraakt Engels gezin. De pers wist er wel raad mee.
Het tentenmerk is een begrip, al meer dan vijftig jaar. Machiel de Waard, die het zeilmaken leerde bij de marine, moet ergens in 1947 op het idee zijn gekomen van een tent waar de wind geen vat op kon krijgen. Een bijna eindeloze zoektocht om dit plan in praktijk te brengen volgde. Tegenslagen bleven bepaald niet uit.
De eigen camping De Lepelaar op een duinterrein in Sint Maartenszee diende als proefterrein. Aan wind was op deze plaats geen gebrek. Hield een model zich uiteindelijk -letterlijk- staande, dan was het ook echt een goeie tent. Het graven van gootjes rond de tent behoorde snel tot het verleden. De Waard ontwikkelde namelijk een ingenaaid grondzeil.
Het allereerste model dat in de verkoop kwam -de Albatros- zou gaandeweg de reputatie van een klassieker opbouwen. Vandaag de dag is er een breed scala aan modellen, die luisteren naar namen als Jan van Gent, Kemphaan, Goudplevier en Krooneend. Zoon Pieter de Waard deed de zaak -met inmiddels drie winkels, in Schagerbrug, Heerde en Uden- in juli 2000 over aan kampeerdiscounter De Vrijbuiter in het Drentse Roden. Als harde eis kreeg de nieuwe eigenaar -Jaap van Zuijlekom- mee dat een De Waard-tent onder geen beding tussen de honderden soortgenoten in het immense pand van De Vrijbuiter mocht komen te staan.
Liefhebber
Niet dat Van Zuijlekom daar problemen mee had. Nog steeds niet. Hij bouwde voor zijn aanwinst een splinternieuw pand in Roden, pal tegenover De Vrijbuiter. Winkel nummer vier was hiermee een feit. „Voor deze tenten geldt: kwaliteit zonder compromissen. Kijk naar de Rolls-Royce. Een dergelijke wagen staat ook niet tussen Opels en Toyota’s.”
Praten over een De Waard-tent blijkt geen opgave voor de echte liefhebber. In de Rodense showroom wikt en weegt de familie Tiemens uit Haaksbergen. Wel een zonneluifel, geen zonneluifel? Driepersoons of toch maar vierpersoons? „We willen er volgend jaar op uit met een tent”, vertelt meneer Tiemens. De keuze voor een merk staat nog net niet helemaal vast, maar diep in zijn hart is hij er wel uit. „De kwaliteit van het doek, de kleurvastheid, de tijdloze modellen. We kunnen er zo vijftien tot twintig jaar mee vooruit. Dit merk staat gelijk aan Mercedessen en BMW’s.”
De prijs is hoog. Een Albatros kost -afhankelijk van het model en de accessoires- tussen de 2000 en 2500 euro. Toch lijkt dat de pret niet te drukken. Van Zuijlekom: „We verkopen zo’n 3000 De Waard-tenten per jaar. Meer kunnen we productietechnisch ook niet aan.”
Het klinkt wat oncommercieel uit de mond van de baas van De Vrijbuiter, maar hij wíl ook helemaal niet hard groeien. „Ook dat is De Waard. Ik kan het niet maken dat een klant hier in de rij moet staan. Als je een tent van dit merk wilt kopen, hoor je direct een één-op-éénbediening te krijgen.” Uitbreiden met behulp van dealers in het buitenland? „Welnee. Hoe zou je daar dan dezelfde service kunnen geven die je hier gewend bent? Daar heb je geen grip op.”
Sfeertje
Een typering van een De Waard-kampeerder is niet één-twee-drie te geven, al zijn er wel gemeenschappelijke kenmerken. De gemiddelde leeftijd ligt boven de 30 jaar, het opleidingsniveau is redelijk hoog. Van Zuijlekom: „Mensen die met een De Waard op pad gaan, leven dicht bij de natuur. Hoewel ze het vaak gemakkelijk kunnen betalen, hebben ze op vakantie geen behoefte aan een magnetron of friteuse. De luxe mag even thuisblijven. Bij De Vrijbuiter verkoop ik jaarlijks 6000 koffiezetapparaatjes. Die zul je hier niet zien. Als je in een De Waard zit, wil je zelf koffie zetten met een brander en een ketel. En dan maar opgieten.”
Van Zuijlekom piekert er niet over om volgende week deel te nemen aan de Kampeer & Caravan RAI. „Daar staan ook wel tenten, maar mijn publiek komt daar simpelweg niet. Ik heb één keer meegedaan aan een ANWB-show waar ook de meeste concurrenten stonden. Het liep niet. We hebben tegenwoordig jaarlijks een show in Baarn. Daar staan dan al onze modellen. Dit jaar waren er 15.000 bezoekers, bij de ANWB misschien 7000. Een De Waard-liefhebber zoekt een bepaald sfeertje. Vergelijk het maar met een autoclub.”