Kerk & religie

Uitgekeken op de oppervlakkigheid

Veel jongeren zijn uitgekeken op de oppervlakkigheid van evangelicale kerken in Amerika. Ze zijn het evenmin altijd met elkaar eens. Twee bewegingen trekken de laatste tijd de aandacht: een calvinistische en een postmoderne. Op de website van Christianity Today gaan twee vertegenwoordigers met elkaar in gesprek.

Kerkredactie
20 May 2008 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 05:51
JONES ...postmodern... Foto RD
JONES ...postmodern... Foto RD

Het calvinisme mag zich verheugen in de belangstelling van veel jongeren, zo blijkt uit het boek ”Young, Restless, Reformed: A Journalist’s Journey with the New Calvinists” (Crossway, maart 2008). Collin Hansen, journalist bij Christianity Today, beschrijft hierin hoe jongeren die op zoek zijn naar geestelijke diepgang in groten getale gegrepen worden door de gereformeerde leer.Maar ook een andere beweging trekt veel jongeren die uitgekeken zijn op een christendom dat zich verstrengeld heeft met de Amerikaanse cultuur. Tegelijk met Hansens relaas verscheen ”The New Christians: Dispatches from the Emergent Frontier” (uitg. Jossey-Bass). Dit boek beschrijft de beweging die aangeduid wordt als ”emerging church” (zie kader). De auteur, Tony Jones, is coördinator van Emergent Village, een platform waar de ”nieuwe christenen” elkaar (vooral online) ontmoeten en met elkaar discussiëren.

Naast gemeenschappelijke trekken -beide bewegingen zoeken geestelijke diepgang en herontdekken de traditie- zijn er ook duidelijke verschillen. Reden voor de redactie van Christianity Today om Hansen en Jones op de website van het evangelicale opinieblad via een e-mailwisseling met elkaar in gesprek te laten gaan.

Het belangrijkste verschil tussen beide bewegingen ligt in de omgang met het postmoderne vraagstuk naar de zekerheid van kennis. De nieuwe calvinisten lijken er wel erg zeker van dat ze de juiste visie hebben op het Evangelie, meent Jones. Bovendien worden de calvinistische antwoorden gebracht door leidende figuren met gezag.

De ”emergents” zijn minder stellig. Ze vragen zich af of we als beperkte mensen überhaupt wel ergens helemaal zeker van kunnen zijn. Jones heeft echter wel de indruk dat de nieuwe generatie calvinisten niet „op dezelfde zekere toon spreekt als de oude calvinistische garde.” Deze nederige houding over kennis stemt „perfect overeen met de gereformeerde leer van de totale verdorvenheid van de mens”, aldus Jones.

Vanuit het calvinistische kamp is dit echter het belangrijkste kritiekpunt op de emerging church. Die zou de waarheid van het Evangelie prijsgeven aan het postmodernisme. Het benadrukken van de juiste leer komt vooral voort uit het vertrouwen op het menselijk verstand als gevolg van de verlichting, stelt Jones. Maar wat moet je dan met Paulus’ nadruk op de gezonde leer? is de reactie van Hansen.

Dat emergents overtuiging missen, is volgens Jones niet waar. Ze geloven en ze staan ergens voor. „De emergents die ik ken, hebben op veel punten een diepe overtuiging.”

Hoewel het belang van goede theologie in Jones’ boek wordt benadrukt, zijn calvinistische jongeren volgens Hansen verontrust over de invulling daarvan. Zo schrijft Jones de zonde meer toe aan gebroken relaties dan aan de afstand tussen God en de mens. Het verzoenend werk van Christus krijgt daardoor een andere plaats, vindt Hansen.

Er zijn in de loop van twee millennia christendom wel vijf of zes belangrijke theorieën geweest om het verzoenend werk van Christus uit te leggen, brengt Jones daartegen in. Elke theorie is als het ware een schijnwerper op het kruis. Eén schijnwerper is mooi, maar zes is beter.

Beide bewegingen krijgen veel kritiek. Hansen is niet blij met het vooroordeel dat calvinisten niet aan evangelisatie zouden doen. Wie dat zegt, heeft blijkbaar nog nooit gehoord van calvinisten als Edwards, Whitefield en Spurgeon. Hansen hoopt echter dat de jonge calvinisten kritiek serieus overwegen en dieper nadenken over hoe de leer van vrije genade zowel overtuiging als ootmoed kan bevorderen. „Theologie die alleen leidt tot verhitte discussies, is het discussiëren niet waard. Theologie beoefenen betekent deze in praktijk brengen.” De nadruk op dat laatste waardeert Hansen in de emerging church.

Dat geldt ook voor de nadruk op de gemeenschap en de liefde voor elkaar die in de emerging church naar voren komt. „De kerk moet een plaats zijn waar individuen die worstelen met hun zelfgerichtheid eraan herinnerd worden dat het hun roeping is om op God en anderen gericht te zijn”, haalt hij Jones’ boek aan. „Dat lijkt erg op de redenen die ik hoorde waarom jonge evangelicalen zich aansluiten bij calvinistische gemeenten”, voegt hij eraan toe.

Jones vindt de kritiek op de organisatie en het leiderschap van de emerging church moeilijk te weerleggen. Omdat de nieuwe beweging gevormd is via internet, kent ze geen rangen en standen en is ze nogal onoverzichtelijk. Aan de ene kant juicht Jones toe dat door de nieuwe media elke stem meetelt. Het nadeel is echter dat stemmen die aanvankelijk luid klinken, even later zomaar naar de achtergrond verdwijnen. Een „oligarchie van degenen die het hardst roepen” zou wel eens het gevolg kunnen zijn, zo vreest hij.

De kerk heeft echter in deze tijd geen andere keus, stelt Jones. „We kunnen wel wensen dat de kerkvaders het laatste woord gesproken hebben over een bepaald leerstuk, maar in de tijd van internet zijn tegenstrijdige ideeën gemakkelijk beschikbaar.” De emerging church wil een kerk vormen die over oude scheidslijnen heen toewerkt naar een „nieuwe orthodoxie.”

De emerging church is terecht kritisch over de invloed van de Amerikaanse cultuur op de kerk, zo merkt Hansen aan het eind van de discussie op. „We mogen het dan niet eens zijn over de beste manier om het Evangelie in onze cultuur te brengen, we delen toch de zorg hoe de kerk zich kan losmaken van zonden die ons zo gemakkelijk in hun greep houden.”


Emerging church
De term ”emerging church” is lastig te vertalen. Het Engelse werkwoord ”to emerge” betekent zoiets als (onverwacht) tevoorschijn komen.

De emerging church ziet zichzelf als een beweging die oude vormen van christendom die niet zijn toegesneden op deze tijd, achter zich wil laten. Ze kent geen centrale organisatie, maar is meer een netwerk waarbinnen discussie plaatsvindt over de manier waarop de kerk relevant kan zijn in een postmoderne wereld.

De variatie binnen de emerging church is dan ook groot. Scot McKnight, theoloog en auteur van een veelgelezen weblog, noemt vijf thema’s die kenmerkend zijn voor de beweging als geheel.

  1. Profetisch (of in ieder geval provocerend): binnen de emerging church leeft de overtuiging dat de kerk moet veranderen om nog aansluiting te vinden bij een veranderende samenleving.

  2. Postmodern: christenen kunnen in ieder geval bepaalde elementen van het postmodernisme overnemen. De meesten ontkennen niet dat er een absolute waarheid is, of dat de Bijbel waar is, maar willen bescheidener zijn in hun uitspraken daarover.

  3. Praxisgericht: de nadruk ligt op de manier waarop het geloof uiting krijgt. Hoe iemand leeft wordt belangrijker gevonden dan wat iemand gelooft. Hierbij hoort ook een missionaire oriëntatie.

  4. Postevangelicaal: de emerging church kan worden gezien als een protest tegen de evangelicale beweging in haar huidige vorm, waaruit de meeste vertegenwoordigers komen. Zo is men kritisch over de nadruk op dogmatische formuleringen. Men grijpt bewust terug op de christelijke traditie, maar bindt zich niet aan een bepaalde belijdenis.

  5. Politiek: men is links georiënteerd en vindt dat evangelicalen zich ten onrechte hebben beperkt tot onderwerpen als abortus en het homohuwelijk. Er is binnen de beweging veel aandacht voor thema’s als armoede, sociale gerechtigheid, klimaat en milieu.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer