Laatste vijand
„Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.”
1 Korinthe 15:57Gelijk de grote Heiland de Zijnen verlost van de schuld van de zonde, bevrijdt Hij ze ook van de heerschappij daarvan. Hij ontheft hen van de last van de zonde en verdooft hen voor de liefde tot de zonde. Hij openbaart Gods heerlijkheid aan het oog van het geloof en stort Zijn liefde uit.
O, hoe groot is dat neerbuigen van de goddelijke Verlosser tot ellendige zondaren. De weg van de verlossing is immers een reeks van wonderen, waarin de goddelijke deugden op het heerlijkst uitblinken. Hier voegen Zijn genade en rechtvaardigheid zich samen.
Aan beide eigenschappen wordt voldaan in het straffen van de Borg, terwijl de schuldige verlost wordt van het verderf. De rechtvaardigheid handhaaft haar eer en de barmhartigheid schenkt vergiffenis. Gods wraak ontvangt voldoening. De zonde wordt op het strengst gestraft en de wet in al zijn eer hersteld. De zondaar ontgaat het rechtvaardig verderf en God verheerlijkt Zich in hem.
Daar dan Gods kinderen zo verlost zijn van de zonde als de prikkel van de dood, en van de wet als de kracht van de zonde, is het niet vreemd dat de apostel spreekt van de overwinning op de dood. De dood nochtans, is de laatste vijand die tenietgedaan wordt. Doch zijn verderf is door God vast besloten.
Abraham Booth,
predikant te Londen
(”Christens zeegepraal”, 1765)