Kerk & religie

Klacht

18 October 2002 10:23Gewijzigd op 13 November 2020 23:53

Geliefden, God mag ook hemel en aarde tegen ons vaderland tot getuige roepen, omdat Hij zo lang tot ons heeft gesproken en wij hebben Hem niet gehoord. Het is billijk dat God daarover wraak zou oefenen en hemel en aarde zouden dan tegen ons getuigen. God verwaardigt ook ons met de naam van kinderen, en wel onder een uitnemender verbondsbedeling.Maar helaas, hoe klein is het getal van hen die waarlijk Gods kinderen mogen worden genoemd. Het grootste deel bestaat immers uit kinderen der ongehoorzaamheid, kinderen van deze eeuw. Hoe algemeen is toch de afval geworden en hoe weinig het heilig zaad. Indien Abraham door onze straten zou wandelen en het gedrag van de mensen zou zien, zou hij dan geen reden hebben om te zeggen: „Alleen is de vreze Gods in deze plaats niet?” En Jeremia zou klagen: „Och dat mijn hoofd water ware.”

Hoe weinigen klagen hier echter over. Hieruit blijkt dat wij nu de laatste boze en zorgeloze tijden beleven, die beschreven zijn in 2 Timóthéüs 3:1. Wij moeten de woorden van Ezra de onze maken: „Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen en onze schuld is groot geworden tot aan de hemel.”

O, geliefden, dit moest wel dagelijks door ons allen behartigd worden.

Carolus Tuinman, predikant te Middelburg (Keurstoffen, 1740)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer