Arthur Andersen krijgt boete en proeftijd
Rechter Harmon in Houston (Texas) heeft het Amerikaanse accountantsbedrijf Arthur Andersen woensdag een boete opgelegd van 500.000 dollar en een proeftijd van vijf jaar.
De straf volgde op de schuldigverklaring eerder dit jaar, toen een jury Andersen schuldig achtte aan „ondermijning van de rechtsgang” in het Enron-onderzoek.
Als belangrijkste feit werd daarbij de vernietiging genoemd van tienduizenden documenten van energieconcern Enron, terwijl de Amerikaanse beurswaakhond SEC en de FBI al met hun onderzoek naar Enron waren begonnen.
De proeftijd betekent dat Andersens gangen nauwkeurig worden nagegaan en dat er bij nieuwe wetsovertredingen extra straffen zullen volgen. Bovendien mag het bedrijf geen bezittingen meer verkopen zonder toestemming van de rechter.
In feite bestaat Andersen nauwelijks meer. Van de 28.000 werknemers die begin januari nog op de loonlijst stonden, zijn er minder dan 1000 over. Die houden zich bezig met de afwikkeling van allerlei zaken waaronder talrijke schadeclaims.