De ondervraging had plaats in Olmerts ambtswoning in Jeruzalem en nam ongeveer een uur in beslag. De politie wilde niets loslaten, maar volgens een verklaring van Olmerts kantoor kreeg de premier vragen voorgelegd over bijdragen die een Amerikaans burger tussen 1999 en 2002 voor hem inzamelde. Het geld was bestemd voor zijn campagne voor het burgemeesterschap en de voorverkiezingen van zijn toenmalige partij, Likud.De premier is er van overtuigd dat de verdenking tegen hem zal verdwijnen zodra de waarheid wordt vastgesteld. Shelly Yacimovich van de Arbeidspartij, waarmee Olmert een regering vormt, noemde de omvang van de aantijgingen jegens Olmert echter ’ongehoord’ en vond dat hij zichzelf onmiddellijk op non–actief moet stellen.

In oktober gelastte de procureur–generaal een strafrechtelijk onderzoek naar beschuldigingen dat Olmert in 2001 als minister van handel een vriend heeft bevoordeeld bij de besteding van overheidsgeld. Hij wordt ook verdacht van corruptie bij de aankoop van een huis in Jeruzalem. Een vierde zaak, betreffende mogelijke malversaties rond de privatisering van Bank Leumi, wordt waarschijnlijk stopgezet…

Als Olmert wordt aangeklaagd moet hij aftreden, maar het kan nog maanden duren voordat een beslissing over een formele aanklacht wordt genomen.