Agenten Noord-Korea infiltreren als ‘christen’
Oud-politieagenten en veiligheidsbeambten uit Noord-Korea zeggen dat ze in hun land werden geïnstrueerd zich als christen voor te doen, om zo gebedsbijeenkomsten te kunnen infiltreren.
„We krijgen speciale technieken aangeleerd om godsdienstige mensen te observeren en te ondervragen. Zo leren we te letten op personen die stil zitten en met gesloten ogen mediteren”, zegt een oud-agent van de Noord-Koreaanse veiligheidsdienst. Het regime van Noord-Korea beschouwt religie, vooral het christendom, als de belangrijkste bedreiging voor de nationale veiligheid.In een rapport van de Amerikaanse commissie voor internationale godsdienstvrijheid (USCIRF), waarover de christelijke nieuwsdienst Compass Direct maandag berichtte, worden zes oud-agenten geïnterviewd. De zes, inmiddels hun land ontvlucht, zeggen dat ze van hogerhand belast werden met het aanklagen, arresteren en soms zelfs executeren van gelovigen.
Vooral vluchtelingen die naar Noord-Korea terugkeren en toegeven contact met Chinese of Zuid-Koreaanse christenen te hebben, moeten het zwaar ontgelden. Volgens de zes oud-agenten probeert de regering alle religieuze activiteiten langs de grens met China de kop in te drukken. „Er worden nepgebedsbijeenkomsten gehouden om christelijke vluchtelingen te betrappen. Veiligheidsagenten ontvangen theologische training om te kunnen infiltreren in Chinese kerken.”
„Religieuze mensen die worden opgepakt, krijgen niet eerst een verhoor”, zegt een van de agenten, „want ze worden beschouwd als antirevolutionaire elementen. Als zo’n belediging in Noord-Korea tegen je wordt gebruikt, mishandelen agenten je eerst ernstig, voordat ze met het ondervragen beginnen.”
De Noord-Koreaanse regering beschouwt de verspreiding van het christelijk geloof als een samenzwering tussen Zuid-Korea en de Verenigde Staten om het Noord-Koreaanse regime ten val te brengen. „We arresteren politieke overtreders nadat we bewijs hebben gekregen van onze informanten”, zegt een andere agent. „Zaken als het in bezit hebben van godsdienstige boeken, je geloof delen met anderen of preken worden niet gedoogd, omdat ze het regime van Kim Jong II ondermijnen. Wat we nodig hebben om iemand te arresteren is slechts een Bijbel met zijn of haar naam erin. Als er een Bijbel wordt gevonden, wacht de nationale veiligheidsdienst tot de eigenaar komt opdagen.”
De agenten beschrijven het arresteren en ondervragen van Noord-Koreaanse vluchtelingen als een vorm van contraspionage. „De Noord-Koreaanse regering gelooft namelijk dat de Zuid-Koreaanse betrokkenheid van zendelingen bij de vluchtelingencrisis niets anders was dan spionage.”