De oplossing daarvoor ligt volgens de CDA-bewindsman in een regeling voor de etikettering van gentech-voeding en dierlijk meel. Veerman kon maandag na een ontmoeting met zijn EU-collega’s in Luxemburg nog geen datum noemen.

Een vijftal lidstaten, onder aanvoering van Spanje en Oostenrijk, verzet zich tegen de toegang van genetisch gemanipuleerd voedsel of zogeheten gmo’s op de EU-markt. Volgens hen kleven er grote bezwaren voor de volksgezondheid aan. Daarom zou op etiketten ook moeten staan of en hoeveel genetisch gemanipuleerd materiaal voedingsmiddelen bevatten.

Volgens Veerman ligt in een regeling voor de etiketten de sleutel voor een akkoord. De discussie spitst zich nu toe op de vraag of een label pas een waarschuwing moet bevatten als er meer dan 1 procent genetisch gemanipuleerd materiaal in een product is verwerkt. De vijf EU-lidstaten die gmo’s weigeren, willen dat zelfs 0,1 procent al wordt aangegeven.

Ook volgens Europees commissaris Byrne (Volksgezondheid) zit er schot in de zaak en „is er uitzicht op een akkoord.” Daardoor zouden in ieder geval zeker in de tien andere EU-landen gmo’s de markt op kunnen. Een akkoord is dringend noodzakelijk omdat diverse, vooral Amerikaanse producenten van gmo’s op basis van andere EU-regelingen eind deze week al de Europese markten op willen.

Veerman dringt vooral aan op een „werkbare en betaalbare regeling”, omdat het merendeel van de gmo’s via de haven van Rotterdam de EU binnenkomt. Overigens denkt ook Veerman dat door nadrukkelijk de hoeveelheid gmo’s in voedingsmiddelen te vermelden, producenten niet snel zullen overgaan tot het gebruik daarvan. „Zij houden er ook rekening mee dat dit consumenten kan afschrikken.”

De EU-milieuministers praten eind deze week in Luxemburg ook over de etikettering. Vervolgens staat de kwestie opnieuw op de agenda voor overleg van de landbouwministers, volgend maand. Ook het Europees Parlement moet dan nog instemmen met een akkoord.