„Gereformeerde liturgie is soms ook theologie”
Het is de bedoeling dat alle 24 lezingen van het Berlijnse congres gebundeld worden uitgegeven in een tentoonstellingscatalogus. Dat betekent dat er in zo’n boek ook nog heel wat te zien zal zijn. Dat zien belangrijk is voor de woordgerichte calvinisten, maakte dr. A. Rauhaus van de Johannes a Lasco Bibliotheek vrijdag duidelijk.
Zijn bijdrage ging over de gereformeerde liturgie rond het avondmaal. Hij wees erop dat de calvijnse traditie eraan hechtte dat brood zo gebroken, en wijn zo ingeschonken werd dat ieder in de kerk het kon zien. Wat in de gereformeerde viering zittend of staand aan de tafel voorin de kerk ook duidelijk werd, was dat de avondmaalvierende leden zich onderscheiden, ja haast afscheiden van de rest van de gemeente.Hoe daar ook over gedacht kan worden, Rauhaus overtuigde nog eens met de boodschap dat liturgische vormen gematerialiseerde theologie zijn. Juist ook in de gereformeerde traditie werden de dingen niet zomaar gedaan, maar ging achter elke handeling, elke opstelling van doopvont en avondmaalstafel, een theologische gedachte schuil. Daar zou men zich vandaag bewust van moeten zijn, zowel bij het ondoordacht veranderen, alsook bij het ondoordacht vasthouden van oude vormen.
Bidden
Wat oude vormen betreft, deed prof. dr. A. de Reuver een boekje open over de spiritualiteit van Calvijn en de Nadere Reformatie. Calvijn was niet de koele intellectueel, zoals zo vaak gedacht wordt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn spreken over het gebed en uit de gebeden die van hem bekend zijn. De Reuver ging vervolgens naar Teellinck en vader en zoon à Brakel en betoogde dat zij een grens waren overgegaan in vergelijking met de reformatoren. „Het was een grens terug, doordat zij sterk en onbekommerd teruggrepen op de vroomheid en de vroomheidsvormen van de middeleeuwse theologie.”
Hoewel de zaal vol aandacht was voor zijn boeiende betoog, was er weinig enthousiasme om vader Brakel na te volgen om ’s morgens om vier uur op te staan en dan met gebed en Schriftstudie te beginnen. In ieder geval zal De Reuvers bijdrage een aanwinst zijn voor de tentoonstellingscatalogus, omdat geloofsbeleving in Duitsland vaak wel met het Lutherse piëtisme, maar niet met het calvinisme verbonden wordt. En een beetje extra kennis van de Nadere Reformatie kan dit land wel gebruiken.
Lezen
De calvinistische cultuur is sterk op het woord gericht; gesproken, gepreekt of geschreven. A. Pettegree, hoogleraar in St. Andrews (Schotland), werkt aan een project over de boekgeschiedenis van het calvinisme. Wat werd er geschreven, gedrukt, verkocht en gelezen? Hij vertelde dat internet grote mogelijkheden biedt om op deze vragen een antwoord te krijgen en boeken op het spoor te komen. Op zich is het wel wonderlijk dat de boekcultuur het best via de computer vastgesteld kan worden.
De gereformeerde leescultuur biedt opmerkelijke resultaten als het gaat om de analyse van het lager onderwijs in de zestiende en zeventiende eeuw. S. Ehrenpreis heeft aan de Humboldtuniversiteit (Berlijn) onderzoek gedaan door katholiek, luthers en gereformeerd lager onderwijs uit die tijd te vergelijken. Gereformeerde kinderen kwamen als besten uit de bus, omdat zij erg gestimuleerd werden tot lezen en ook in de kerk veel onderwijs kregen.
Prof. Gerhard Menk uit Marburg kwam tot dezelfde resultaten in zijn analyse van het hoger onderwijs. Het calvinisme heeft een intellectualistische trek -zonder rationalistisch te zijn- en dat had destijds aantrekkingskracht ook op vele jonge wetenschappers.
Afwachten
De vraag na zo’n congres is hoe alle informatie zichtbaar gemaakt kan worden in een tentoonstelling. De medewerkers van het uiterst professionele Deutsches Historisches Museum (DHM) zijn al maanden bezig met het verzamelen van objecten. Gelukkig heeft men zelf op dit gebied veel in huis, want vanzelfsprekend zijn er objecten die andere Europese musea juist in een Calvijnjaar niet graag uitlenen. Daar komt bij dat de calvinistische cultuur niet direct bekendstaat als rijk aan beelden en kunstwerken. Toch was er bij alle deelnemers de overtuiging dat, nadat er deze week zo veel te horen was, er volgend jaar nog veel meer te zien zal zijn.