Aanvankelijk wilde minister Donner van Sociale Zaken de nieuwe regeling per 1 juli laten ingaan, maar op aandringen van de Kamer gaat hij nu zijn uiterste best doen om de regeling al komende maand te starten, zo zegde de CDA-bewindsman woensdagavond toe in de Tweede Kamer.Een flink deel van de Kamer drong woensdag aan op een terugwerkende kracht van de zogeheten Zelfstandige en zwangerregeling (ZEZ-regeling) tot 1 januari. PvdA, GroenLinks en D66 waren bang dat zwangere vrouwen die eind juni zijn uitgerekend anders allerlei toeren zouden uithalen om de bevalling tot 1 juli te rekken.

Zij kwamen met een wijzigingsvoorstel, dat op steun van de SP en mogelijk ook de ChristenUnie kon rekenen, waarmee een Kamermeerderheid zou ontstaan. Na de toezegging van Donner om de ingangsdatum indien mogelijk te vervroegen naar 1 mei zagen PvdA, GroenLinks en D66 af van hun voorstel voor terugwerkende kracht.

In de nieuwe regeling krijgen vrouwen die voor hun zwangerschap minstens een jaar lang gemiddeld ruim twintig uur per week hebben gewerkt een uitkering ter hoogte van het minimumloon (bruto 1335 per maand). Voor degenen die minder hebben gewerkt, is het bedrag afhankelijk van winst en inkomen in het voorafgaande jaar.

Door het afschaffen van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) in 2004 zijn vrouwelijke zelfstandigen niet meer publiekelijk verzekerd van een uitkering bij zwangerschap. Private verzekeringen tegen inkomensverlies door zwangerschap worden veelal te duur gevonden. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft sinds 2004 diverse malen om een oplossing voor zwangere onderneemsters gevraagd.

De belangrijkste reden voor het kabinet voor het instellen van de publieke verlofregeling is de bescherming van moeder en kind. Donner wil met een publieke regeling voorkomen dat onverzekerde vrouwen zo lang mogelijk doorwerken tot de bevalling en zo snel mogelijk weer aan de slag gaan.

De nieuwe regeling kost de schatkist naar schatting 25 miljoen euro per jaar. Uitkeringsinstituut UWV moet de maatregel vanaf de tweede helft van volgend jaar gaan uitvoeren.